Categorie: Filosofisch

Humo in een plastieken papierke.

IMG_1744

Vorige week, op de kermis zei hij compleet uit de context van het gesprek dat aan de gang was: “Ik zag net dat je weer een Hersenspinseltje geschreven hebt. Ik heb het nog niet gelezen. Dat doe ik straks of morgenvroeg zeker wel maar het maakt me nu al blij, curieus en een beetje opgewonden. Een beetje zoals een nieuwe Humo die nog verpakt zit in het plastieken papiertje.”

Het onverwachte compliment over mijn nieuwste A4tje voelde net zo aan als de schouderklopjes die ik ooit kreeg. In een vorig leven. Toen de late winninggoal beslissend bleek voor promotie naar de hoogste afdeling.
Ik kan het beeld en de emotie nog scherp terughalen.
Trots, euforisch maar ook bescheiden relativerend. Want die laatste pass, die me oog in oog zette met de doelman was minstens zo bepalend geweest voor het eindresultaat als het doelpunt zelf.
Alleen fanatieke supporters zien dat niet zo. Zij zien alleen het eindresultaat. 5 seconden voor het laatste fluitsignaal. Bam …22-23, winningoal van ondergetekende. “We are the champions, my friend… ”
Ik word de “lokale wereldfaam” nog steeds intens gewaar als ik terug peins aan die eerste overwinning met gevolgen. Een eerste moment-de-gloire. Voor de eerste keer een steentje verlegd in de handbalbeek die de stroom ervan een beetje had omgebogen.

Die vergelijking met Humo bracht ook veel terug.
Zo lang ik het me kan herinneren viel die elke dinsdagmorgen trouw in de brievenbus. Kort nadien werd aan de ontbijttafel dan een gevecht gevoerd voor een eerste glimp van de laatste Cowboy Henk. Net zo lang tot ons vader het blad streng aan de kant legde zodat wij ons met lange tanden konden concentreren op een te hard gebakken zwarte pens met appelmoes. “Appelspijs met stukjes ” zei hij toen, al herinner ik me die toch eerder als gestoofde klokhuizen van te zure appels met bruine plekken.
Was het omdat ons ma die er week na week in lukte om dat aartsmoeilijke kruiswoordraadsel volledig op te lossen? Of was het omdat de paragraaf onkuisheid in de 7 hoofdzonden van bekende Vlamingen, me het elke week opnieuw inwreef dat ik eigenlijk een dikke seut was.
De gramschap, traagheid, gulzigheid, onkuisheid, en woede waren altijd pijnlijk herkenbaar.

Alleen van “Invidia” afgunst, nijd of jaloezie bleef ik gespaard.

Want jaloezie …. Dat is een compliment of een cadeautje dat verpakt zit in een een heel vies papiertje.
Helemaal anders dus dan een Humo in een doorschijnend papieren plastiekske.

Chanel Allure op een aap?

hqdefault

 

“Vind je een baard mooi?”

Had je deze vraag 10 jaar geleden gesteld aan de baardige Hipsters die vandaag trimmend en knippend hun dag beginnen, had de steekproef wellicht een ander statistisch resultaat vertoond dan vandaag.

Heden ten dage laat elke zichzelf aux-sérieux-nemende hipster zijn weelderige aangezichtsbeharing staan. Of hij deed het al of hij overweegt het.  Zelfs al is het eindresultaat soms bespottelijk lelijk.

Hoewel het laten staan van gezichtshaar volgens mij eerder een krampachtige poging is om stoer, agressief of dominant over te komen, doen weelderig ontspoorde knevels mij toch eerder denken aan primaten in al hun soorten. Misschien schuilt er in elke stoer overkomende baardaap wel een bange en onzekere Hipster die op zoek is naar zelfvertrouwen en bevestiging? Wie zal het zeggen?

Maar dat massahaar er is, is ontegensprekelijk een feit al is dat er allemaal natuurlijk niet vanzelf gekomen.

Zelf heb ik geen snor, sik of stoppel en heb ik niet de pretentie baarden laagdunkend te bekijken.  Evenmin wil ik de illusie wekken dat elke baardrager een bange wezel is die zoekende is naar zelfbevestiging.

Neen, ik neem me graag zelf als schietschijf.  Als ik s’ morgens voor de spiegel sta en mezelf voor dezelfde reden als waarom de baardman zijn haartjes trimt en knipt, weer spiegelglad scheer en me vervolgens bestuif met Chanel Allure is dit zeker ook geen toonbeeld van durf, zelfvertrouwen en zelfzekerheid.

Sterker nog, als ik dan een paar minuten later mijn haar minutieus in een net-uit-mij-bed-look kneed, zal dit wellicht evenzeer als plat, meegaand, met-de-hoop-mee kunnen bestempeld worden.

En dan kan ik niet anders dan me recht in mijn spiegelbeeld aan te kijken, om me de vraag te stellen of ik wel  bewust kies voor dat geurtje.  Of ik dat hemdje zelf wel leuk vind? Of die look? En of ik me die “keuzes” niet onbewust heb laten aanpraten door de wereld rondom mij. Om er bij te horen of om deel uit te maken van de kudde.

In de zoektocht naar mezelf en in gesprekken met specialisten wordt me dan op het hart gedrukt “mezelf te zijn”. Authentiek. Maar wat betekent dat dan precies, jezelf zijn?  En klopt het wel?

Want, of we nu knippen, trimmen, scheren, smeren of alles laten staan.  Hoeveel tijd en moeite we ook steken in het opsmukken van ons omhulsel, je bent zelf toch de enige die het resultaat nooit te zien zal krijgen. Tenzij in de spiegel. Maar is het beeld dat terugkijkt dan wel betrouwbaar? Wetende dat in het spiegelbeeld van mijn vrouw de linkerborst lager hangt dan de rechter, terwijl me dat in een face-to-borsten-gesprek, nog nooit was opgevallen.

Op dezelfde manier zou ik mijn karakter kunnen analyseren en relativeren.  Of ik zou die ene negatieve eigenschap kunnen uitvergroten tot een mega wereldprobleem.  Ik zou mijn doen en laten op dezelfde manier kunnen inspecteren als waarom ik me dagelijks benevel met Chanel Allure. Om op die manier, laagje per laagje afgepeld, tot de meest authentieke versie van  mezelf te komen.

Maar zou ik daar vrolijk van worden? Zou me dat vooruit helpen?  Of zou ik me met mijn pas ontdekte, excentrieke, authenticiteit niet net helemaal isoleren?

En dan bedenk ik maar…

Ik ben goed zoals ik ben.  Het beeld al dan niet een beetje ingekleurd door een reclamespot of een trend die ik 10 jaar geleden bespottelijk zou hebben gevonden.

Laat mij maar gewoon blijven wie ik ben.  Al dan niet met de illusie dat ik  met Chanel Allure op, er voor eventjes net zo uitzie als die bruin gebrande Italiaanse Adonis uit het reclamefilmpje.

Al wil dat nog niet zeggen dat als die Chanel -Man volgende keer met baard op die boot verschijnt ik  niet een ander geurtje zal kiezen om mijn broos en onzeker ego op te krikken, want met baard lijkt het toch maar een primaat?

 

 

M&M’s op het Paaseiland

IMG_1650

Gaat de wereld ten onder aan hebzucht, egoïsme en expansiedrang?”.

“Is veel nog wel genoeg?”

Ik sta er soms wel eens even bij stil. Bijvoorbeeld op een troosteloze zaternamiddag zoals vandaag wanneer ik doelloos naar het plafond staar. Een grote kom met kleurrijke paaseieren binnen handbereik.
Ik vraag me dan af of de immoraliteit van onverzadigbaar verlangen naar meer, of de absolute gulzigheid om alles voor ons zelf te willen niet meer en meer ingebed is in ons dagelijks Westers denken, doen en laten?
Kan dit gedrag dan verklaard worden door een soort van zelfbescherming tegen de onzekerheden van de toekomst? Als een soort van extreme uiting van overlevingsdrang waarbij we we ons dan onbewust afvragen of we überhaupt wel kunnen overleven als de anderen alles overdreven voor zich zelf houden. Als dit zo is wordt op die manier de hebzucht van een andere dan niet de grootste beperking van onszelf?
Zal er wel genoeg zijn?
In het geval van mijn slinkende hoeveelheid paaseieren ben ik allszins niet overtuigd van het tegendeel ! Ik pleit schuldig met voorbedachte rade.

Avarita of zonde van de mateloosheid! Het is des mensen en van alle tijden.

De Rapa Nui in de Stille Zuidzee, net voor de kust van Chili hadden er 1300 jaar
geleden al een vlaag van.
Toen, volgens de overlevering 2 families per kano voor de eerste keer voet aan wal zetten op het eiland, was dat weelderig begroeid met een ogenschijnlijk onuitputtelijke fauna en flora. Naar planten exotische vruchten en overvloedige zaden en bessen moest niet gezocht worden. In dat luilekkerland vlogen de gebraden kippen zomaar in de open monden.
Enige decenia later was het bevolkingsaantal op het Paaseiland toegenomen tot ongeveer 10000 zielen en werd alles net iets schaarser. Om aan de expansiedrang en grootheidswaanzin te voldoen werd het eiland vol stenen bouwwerken gezet en werd het helemaal kaal geplukt tot er geen boom meer restte om de afzichtelijke stenen koppen mee te transporteren. De beschaving ging in zijn onverdroten, hebzuchtig streven naar meer, hoger en groter, door hongersnood en kanibalisme nagenoeg helemaal ten onder.
En dan vraag ik me met een lege kom, zonder paaseieren, bezorgd af of het drama van het Paaseilend niet het voorprogramma was van een groter spectakel waarbij de wereldijskast smelt, de bomen verdwijnen en onze katchou botten niet langer zullen volstaan om onze voeten droog te houden.
Ik weet het niet maar gelukkig heb ik nog 2 grote zakken M&M’s. Voor vandaag heb ik nog net genoeg!

Een fonkelend pretlichtje of een vochtige blik

verwachting

“Eerst een peinzende frons of een diep uitgegroefde denkrimpel dan pas een fonkelend pretlichtje of een vochtig trieste blik.”

Waarom verdwaal ik toch steeds in mijn lange, diepe geesteswandelingen?

Zetten ze me op weg zetten om juister, concreter doel te bepalen of houden ze me gevangen achter tralies van uitgesponnen toekomstige scenario’s die nooit zullen plaats vinden?

Remmen verwachtingen niet af en verengen ze de blik niet omdat ik dan net alleen maar door die bril kijk die me toont wat ik wil zien? De beelden beperkt door op voorhand ingekleurde gedachten. Al dan niet binnen de lijntjes?

En dan switch ik even snel naar het andere uiterste want in mijn zelf vervullende voorspelling zal straks precies uitkomen wat ik nu in gedachten heb. De toekomstige realiteit maakbaar gemaakt. Of niet?  Op hoop van zege.

En dan kan ik maar besluiten dat ik vandaag niet uit dit dilemma zal raken …

Wat ik wel weet is dat goed gezind in ’t leven staan me helpt. Dus laat dat voor vandaag mijn grootste doel zijn. Dat is haalbaar, daar kan ik voor vandaag gerust mee verder. Dat zal lukken.  Al moet wel gezegd dat die 4 nieuwe Demeyere kookpotten die vanmorgen mee geleverd werden met de nieuwe inductie kookplaat dat niet zo moeilijk maakt.

En voor den overschot ga ik vandaag rustig verder door de dag kabbelen om te ontsnappen uit mijn gevangenis van vooroordelen en gekleurde vermoedens en ga ik de verwachtingen voor vandaag maar verder laten voor wat ze zijn.

Dat is precies wat ik van deze dag nog verwacht…

Alfaversie en wolkenverf

 

 

43120425-zwarte-schoenen-heeft-een-beslissing-te-maken-op-het-kruispunt--succes-of-falen

“Soms denk ik dat ik nooit echt zeker zal weten wat ik kan of zal worden”.  Zo’n existentiële bekentenis komt vaak op een moment dat je het niet verwacht. In ons geval, in de file.  Tijdens de spits, bumper tegen bumper.  In gedachten was ik al volop aan de slag met rijst, kip en al die andere ingrediënten die Jeroen Meus gisteren tot een smakelijk éénpansgerecht had omgetoverd.

20 jaar wordt hij in mei en hij denkt na over de dingen en over zijn toekomst. Soms vaker en veel dieper dan dat ik het in de gaten heb of dan dat ik het verwacht.  Meestal praat hij honderduit over chillen en feesten, lang slapen en festivals, bier-pong of andere belangrijke bezigheden. En daar ben ik blij om, omdat zorgeloos genieten toch iets is waar je hen het liefst van al mee bezig ziet. Een beetje angstig ook, omdat ik mijn eigen fratsen niet vergeten ben. Is het daarom dat die ontboezeming me toch eventjes uit mijn lood sloeg?

“Waarom zeg je dat?” pols ik voorzichtig.

“Gewoon, omdat ik niet zeker ben of het geen ik nu aan het doen ben wel is wat ik wil doen”.  “Omdat ik niet echt weet wat ik kan, waar ik goed in ben, wat ik wil of wat ik echt leuk of interessant vind”.  “Soms zie ik mezelf als kok omdat ik dat wel graag doe, dan weer zie ik me met jonge gasten aan de slag en weet je vader, dan weet ik het allemaal niet jong. Ik denk dat ik gewoon wel wat schrik heb om fouten te maken of om te mislukken of om mensen te ontgoochelen.”

De manier waarop hij het zegt zetten mijn gedachten in beweging om ze te laten af te dwalen naar de alfaversie van mezelf. De alfaversie want dat is wat ik ben. Functioneel ok, maar lang nog niet stabiel genoeg om in productie te gaan. De crashtest zou ontegensprekelijk fundamentele tekortkomingen aan het licht brengen die mogelijks gevaarlijke situaties tot gevolg zouden kunnen hebben.  Mist relevante ervaring om ten alle tijden een betrouwbare oplossing te bieden! Voorlopig ongeschikt als sluitstuk! Veelbelovend maar ondermaats! Klaar voor bètarelease zou de eindconclusie kunnen zijn.

En dan vraag ik me af of ik mijn onzekerheden en twijfels niet onbewust op hem projecteerde en of zijn denkbeeldige voelsprieten me niet meer besnuffelden of meer detecteerden dan wat zichtbaar en tastbaar is. Ik vertel hem dat niet omdat het waarschijnlijk niet helemaal klopt maar omdat ik het wellicht meer als excuus zie om eigen kleine kantjes goed te praten.

Zulke gesprekken hebben we tegenwoordig vaker en dan wil ik die aan de gang houden omdat het mijn vaderhart deugd doet. Omdat hij me blind vertrouwt en me toelaat in de donkere kleine kamers van zijn broosheid  en onzekerheid. Mijn vader ijdelheid wordt dan met dons gestreeld en met rozige wolkenverf gekleurd.

En dan stel ik hem gerust en druk ik hem op het hart dat ik het ook niet weet of wist en dat zijn soortgenoten en voorgangers het ook niet wisten of weten. Dan vertrouw ik hem toe dat ervaring, wijsheid en gemoedsrust  maar een hoge toren is die van uit de grond wordt opgericht met pogingen, talloze mislukkingen, honderd onmiskenbare fouten en duizend te vermijden teleurstellingen.

En dan lacht hij en zegt hij: gaan we nu ene drinken want je begint te zagen?

Een nieuwe BH, wereldvrede en een metershoge Tsunami

verschil-communicatie-patronen-61267457

“Kijk eens goed.  Wat zie je?”: vroeg ze plots nogal op indringende toon. Een beetje zoals in een kruisverhoor. Althans, zo kwam de onschuldige vraag binnen.

“Ik zie jou, denk ik”: antwoordde ik aarzelend veilig, maar met net genoeg besef dat mijn antwoord een dikke onvoldoende zou opleveren mocht dit een overhoring zijn.

“Neen, neen dat bedoel ik niet. Wat zie je echt?  Kijk even rond en wat zie je? Wat valt je op? Wat trekt je aandacht. Wat vind je mooi?”

Was het de onverwachte vreemde vraag die me uit mijn lood sloeg of was het de plotse interesse die me een ongemakkelijk gevoel bezorgde? Iets leek me te waarschuwen dat ik op mijn qui-vive moest zijn. Dit was niet zo maar een vraag. Dit was een goed gecamoufleerde valkuil.  Ik was de nietsvermoedende prooi die straks de takken onder zijn poten zou voelen wegzakken. De ultieme relatietest? De toets waarop gelijk welk antwoord het foute zou zijn. Elke repliek, naast de kwestie.

Even bekroop mij het gevoel dat wat ik ook zou verklaren, bepalend kon zijn voor onze relatie, onze toekomst, de opwarming van de aarde en de wereldvrede.

De Neo-Cortex draaide plots op volle toeren en verwerkte de beschikbare informatie in een verschroeiend tempo.  In een nanoseconde werd een stuntelige afweerstrategie beraamd.

“Ga je bijdehand doen? Ga je me straks mijn mannelijkheid verwijten of zo?  Heb je een nieuw kapsel of nieuwe mascara en heb ik dat over ‘t hoofd gezien? Een nieuwe BH? Gelaserd, misschien? Afgevallen?”

Die laatste 2 vragen lagen klaar om afgevuurd te worden maar die heb ik, olie op vuur vermijdend niet gesteld.

De ongepast agressieve toon van mijn repliek moest iets losgemaakt hebben want ze ging, zelf helemaal niet op haar qui-vive, rustig en ontwapenend verder.

“Maar nee. Help me eens even. Speel nu eens mee!  Ik zou zo graag een punt maken maar dat lukt alleen als je even meewerkt. Wat zie je rondom jou?”

Ik was al iets meer op mijn hoede en al iets geruster dat we na mijn antwoord niet zouden overspoeld worden door een metershoge tsunami en wrong me handig in een ongemakkelijke bocht om iets te prevelen dat leek op een geïnteresseerd antwoord. “Heum. Wat ik precies zie? In volgorde van belangrijkheid?  Of doet dat er niet toe?”

“… Dat doet er niet toe… Komaan… wat valt je op?

“Ik zie een bruine tafel. 6 stoelen en een bij passende dressoir. Op de tafel staat een witte orchidee en er liggen 6 beige onderleggers te wachten tot er nog eens volk komt eten. De dressoir is voorzien van 2 glazen schuifdeuren.  Achter de schuifdeuren zie ik 2 leggers waarop boeken zijn uitgestald. Van klein naar groot. Ik zie foto’s van de familie. 

Rechts zie ik een beige leren salon, opgesplitst in een 2-en 3-zit. Flatscreen 120 op 50cm denk ik, te duur betaald trouwens, dat vind ik nog steeds.  De flatscreen staat op een Ikea kastje dat veel te snel in elkaar is gesmeten en daarom 2 krassen vertoont.  Leuke lichtjes. Links, splinternieuwe gordijn …the wave toch? Zo noemde die verkoper dat gordijn toch he.  The wave? Design 1-zit. Keuken, 6 barkrukken, netjes. Modern design, greeploze kasten. Ziet er duur maar is het niet. Functioneel. Praktisch.   Ziezo, dat is het zo wat denk ik. Ben ik er door?”

“Weet je wat ik zie,?” Vroeg ze mysterieus, mijn antwoord niet afwachtend.

“Ik zie… ik voel mijn thuis… mijn haven. Ik voel gezelligheid, warmte en liefde.  Rust ook.  Ik ruik de kaarsen die ik daarstraks aangestoken heb.  Die waren je trouwens niet opgevallen want je hebt ze niet vermeld in je opsomming. En ik zie ons volgende etentje met leuke mensen en dan fantaseer ik wat we zullen eten en drinken en waarover we het allemaal zullen hebben. Ik zie ons oud worden in dit huis. Zo voel ik het aan.”

“…Ben je nu helderziende geworden. Madam Solange? Zie jij dat dan allemaal? “: onderbrak ik haar bruut en een beetje onbeleefd.

“…Wat ik je eigenlijk wou zeggen is dat het allemaal niet zo belangrijk is.  Het is niet zo belangrijk wat je ziet of hoe je het ziet.  Wat essentieel is, is dat zelfs wij op een verschillende manier naar hetzelfde kijken. We ruiken, voelen, proeven en fantaseren verschillend maar we bedoelen het juist en goed omdat we het zelf zo aanvoelen. Nu we dat weten, zouden we dan misschien van elkaar kunnen leren begrijpen en het eens worden dat we het niet over alles eens moeten zijn?”

“Ja, ik denk het wel maar moest ik daarom?  En wat hebben die leren stoelen daar nu mee te maken? Laat al maar… “Ja, we hebben een schoon huis maar misschien moeten we toch eens nadenken over een ander tv-kastje. Verder ben ik  heel content met ons huis.  Met jou trouwens ook al stel je soms van die rare vragen.  Verder nog iets?”

Neen, neen.  Het is ok en ik ben blij dat we er alle twee zo over denken…

Dag nacht…

IMG_1587

Soms raak ik zo verstrikt in mijn getob en betrap ik me er op dat ik tijdens mijn avondlijke mijmeringen wegzak in scenario’s waarin ik ongewild en ongevraagd een hoofdrol krijg toebedeeld.
Hoe harder ik dan tracht het rustig te krijgen des te sneller springen de prikkels en impulsen binnen.
Oncontroleerbare gedachten bouwen scenario’s op die nooit plaatsvinden maar die op dat moment in alle hevigheid ontsporen en me voor enge, onoplosbare raadsels en dilemma’s plaatsen.
Op zulke momenten is er niemand die heviger verlangt naar een kabbelende beek en wat groen mos op een natte leisteen.

Maar, Ik draai en keer. Ik zucht en blaas en tracht de rust te zoeken maar vind slechts onrealistische drukte in een oncontroleerbare maalstroom van gedachten en ideeën. Nacht na nacht krijg ik de hoofdrol toebedeeld en word ik ongewild gebombardeerd tot bedenker en uitvoerder van oplossingen van de chaos rondom mij.
Fait-divers uitvergroten tot eerste wereldproblemen is een natuurlijke gave die, mocht dit een Olympische dicipline zijn, deze me zou verheven tot Usain Bolts grootste uitdager.
Overdag ben ik kalm en rustig en relativeer de relativiteitstheorie tot er enkel nog letters en cijfers resten. Dan slaag ik er in de zaken rustig en van een afstand te bekijken alsof ik ze aan mij voorbij zou kunnen laten gaan. In dezelfde film figureer op de achtergrond, neem ik afstand en minimaliseer mijn rol en verantwoordelijkheid. Analyseren laat ik aan anderen over, zoek geen schuldigen en probeer (ver)oordelen aan anderen te laten.
Overdag ben ik zo … s’ nachts ben ik de andere zoals tegenpolen die elkaar nergens lijken te vinden, zo ontegensprekelijk gedoemd om met elkaar in conflict te blijven gaan.
Het is niet anders… het ene moment van het ene te veel en op het andere van het andere te weinig en omgekeerd…
Maar misschien is het wel goed zoals het is en hoef ik me geen zorgen te maken als de ene of de andere de bovenhand neemt. Misschien ben ik op de een of andere manier wel het tegengewicht van mezelf? Misschien ben ik onbewust in balans en juist geijkt in een apart metriek stelsel?
Alleszins, ik ga er nu mijn hoofd niet over breken. Daarvoor dient de nacht. Op de een of andere manier leidt die me wel naar het juiste scenario en misschien vind ik nu wel de juiste invalshoek. In het andere geval hoef ik me er morgen geen zorgen over te maken want morgen is het gewoon weer dag.

Bierpong, zandkoekjes en een geruit debardeureke.

Zij vult zakjes met rode hartjes-snoepjes en schrijft geparfumeerde briefjes met snoezelig versierde krulletjes. Samen met haar pollekesvasthoudende Don Juan droomt ze van verre reizen en van schattige kindertjes met roze strikjes. Ze spelen, chatten, skypen en chillen maar kussen vinden ze vies. Zeker op de mond… Ieeuww!

Zielroerend delen ze zelfgebakken zandkoekjes en blozen doddig donkerrood als ze er in hun schattigheid toevallig mee betrapt worden. S’ avonds worden dan al de lieftalligheden sierlijk-zorgvuldig netjes bijgeschreven in het roze dagboekje dat kort na het verplichte dagelijkse schrijfwerk argwanend achter slot en grendel verdwijnt. De uitgewisselde naar kauwgom-ruikende knuffels en de halve-harten-sleutelhangers eerst allemaal op hun plaats, passend in een minitieus uitgekiend slaapritueel…

Nummer 2 is ook verheven tot het rozewolkendom. Uur en tijd worden vergeten omdat fladderende vlinders en opspelende hormonen elke andere te verwachten actie bemoelijken. De spiegel, de deo, de zeep, de tandenborstel en de wax, ooit gezworen vijanden, werden plots de trouwste bondgenoten. Netjes uitgeborsteld en opgeblonken worden alle onvolkomenheden elke dag zorgvuldig weg geflost. Soms echter durft een hardnekkige meeëter of een vulkaanachtige puist de geacteerde overmoed of de gemaakte zelfzekerheid wel even de kop in drukken maar dat duurt nooit lang.

Het hemd bij de pull. De pull bij de broek. De broek bij de kous. De kous bij de schoen. Alles bijeen passend in de onbegrijpelijke puberharmonie. Zelfs de keuze van de boxershort krijgt de nodige aandacht. Al slingert die nog steeds dikwijls dagenlang vuil rond alvorens de weg naar de wasmand te vinden. Tenzij zij komt….

De derde zit in level 3 van de playstation van het leven en zoekt zelfzeker, doelbewust en vastberaden verder. Planmatig en groothartig pakt hij op zijn manier alles aan wat zich aandient. De prioriteiten iets anders gesteld dan rozige hartjes of vuile onderbroeken. Al dan niet in de mand. Nog niet precies wetend waar naartoe timmert hij iets minder overmoedig dan nummer 2, met val en opstand, al bierpongend aan zijn weg. Het hart op de juiste plek. Eerst het ene, dan pas het andere…

En ik? Ik kijk dan toe. Soms als toeschouwer dan weer als trouwe te fanatieke supporter. Of als strenge arbiter of trainer. Gele kaart?

En dan… dan blik ik ook wel eens nostalgisch terug naar de tijd toen ik zelf nog op een speelveld stond. Toen ik me bijgelovig afvroeg of die tot op de draad versleten, rood wit gestreepte boxershort die ik ritueel droeg me wat bijval zou bij brengen of niet? Goal of op de paal?

Of dan denk ik terug aan die maandagmorgen van het 5e studiejaar toen ik stiekem met mijn in de plooi geperste zondagse broek, mijn geruit debardeureke en mijn zandkoekje in zilverpapier indruk probeerde maken op Anneke met de blonde paardenstaart die bijeen geknot werd door 2 rode kersen.

Het leven … het gaat een gang…

Het alibi van de goudvis

Goed zeker? Of slecht…

Dit antwoord kreeg je 10 jaar geleden steevast toen je vroeg hoe het ging. Hoewel “ca va” toen ook nog wel een kanshebber was. Stel je die vraag vandaag opnieuw om op dezelfde ontwapenende manier aan de weet te komen hoe de zaken staan, hoor je alleen nog: “Druk, druk, druk, ja druk he!”

Druk op het werk, druk met de kinderen, druk met school, druk met de rollen, druk met het sporten, druk met de combinatie, druk bij het plassen… druk van de drukte…. druk, druk, druk.

Beladen in het gewoel om niets te missen proberen we vergeefs de snelheid van de tijd te vertragen. Maar koppig en vastberaden bereiken we het tegenovergestelde. We kiezen voor drukte en omzeilen subtiel klein geluk. De zeilen bol in de wind. 10 beaufort. Met een grote boog er omheen.

 

Als een goudvis zwemmen we rondjes in een kom. Af en toe met de snuit tegen de glazen bokaal gedrukt om er op toe te zien niets te missen.

 

In de hilariteit van de jachtigheid hangt deze luiaard dan aan zijn tak. Hij kijkt niet- begrijpend ondersteboven naar de heisa en het schowspel dat zich onder hem afspeelt.

De drukke begankenis en de commotie rondom gaan volledig aan hem voorbij. Van al die opgelegde poeha is hij al een tijdje afgekickt. Zwemmend in een zee van vrijgevochten vrijheid gaat deze goudvis een beetje tegen de stroom in verder. Volop genietend van de ongedwongenheid die hij zichzelf heeft gegund. En het voelt ge-wel-dig. Een beetje zoals zwemmen in je blootje maar dan zonder bokaal.

Maar eens wordt het voor iedereen stil, rustig en vredig en maakt de drukte voor niemand nog uit.

Hopelijk word je dan niet door je dierbaren bedolven onder tranende emoticons of word je op dat moment niet trending ge-appt over de waterdichte alibi die je jezelf gaf met de drukte van je bezigheid maar kies je nog net op tijd voor iets meer luiaard of zwemmen tegen de stroom. In je blootje.. vrij genietend…zonder bokaal.

De vleeskuip

Van nature ben ik bedachtzaam op mensen. Soms zelfs een beetje wantrouwig argwanend. Zeker bij nieuwe eerste contacten.

Zoals op recepties bijvoorbeeld dan rekruteer en jureer ik zorgvuldig en precies.

Wie wel?  Wie zeker niet?

Niet geheel op het gemak kijk ik eerst voorzichtig behoedzaam de kat uit de boom en maak ik in een oogwenk uit in welke kuip het vlees behoort. Iedereen past in één van mijn 2 kuipen. De goede vleeskuip en de slechte. Over het nut van een twijfelkuip blijf ik vooralsnog onbeslist.

Één voor een passeert iedereen zonder uitzondering, spitsroede lopend, mijn ingebeelde jury. Eerst betasten mijn denkbeeldige voelsprieten snel van op veilige afstand elk detail en doen een eerste schifting. Dan besnuffel en betast ik.  Onvoelbaar en ga onvermoed verder met de in mijn ogen noodzakelijke vleeskeuring.

Onverbiddelijk mogen de luidruchtige “ik-weet-wel-waarover-ik-spreek-mensen” samen met de “ik-weet-niet-maar-ik-heb-precies-zoiets-van-mensen” elkaar gezelschap houden in de juiste kuip. De kans uitgesloten dat ze daar dezelfde avond nog uitraken.

De “ik-weet-wel-wel-waarover-ik-spreek-mensen” zijn absoluut niet mijn favoriet gezelschap. Ze praten en ratelen oppervlakkig zonder luisteren. Tonen ogenschijnlijk interesse maar zijn zelf te vaak aan ’t woord om die interesse geloofwaardig te maken. Ze willen de hoofdrol maar vallen snel van het podium. In te veel woorden zeggen ze niets. Maar zeker en vooral nooit datgene wat ze beter menen te weten omdat ze weten dat ze het eigenlijk niet weten en er daarom niet echt over spreken.

Dan heb je de “ik-doe-alles-met-een -verborgen-persoonlijke-agenda-mensen” . Je weet wel dat soort mensen. Ze praten subtiel en ogenschijnlijk geïnteresseerd. Maar heimelijk zien ze er netjes op toe dat zij zelf eerst het best bediend worden. Vlug in de eerste kuip ermee.

De “ik-heb-precies-zoiets-van-iets-of-iemand-mensen” vallen even gedecideerd ook uit mijn boot. Ik vertrouw ze niet. Mocht ik iets van iets of iemand hebben en dat was onrechtmatig verkregen dan zou ik het plichtbewust onmiddellijk terug geven. Anders zou ik het houden want dan was het eerlijk gekregen. Te mijden gezelschap. Volgens mijn wellicht te oppervlakkig oordeel althans.

Neen, als ik mag kiezen geef mij dan maar al de anderen.  En de recht-voor-raap-klinkt-het-niet-dan-botst-het-maar-mensen” natuurlijk. Die mogen allemaal, stuk voor stuk met het voordeel van de twijfel in de andere kuip.

Althans tot de eerste, “geloof me maar ik weet wel waarover ik spreek” hen in de andere kuip doet belanden.

De digitale Leuvens Stoof.

Als niets doen begint te vervelen. Of wanneer de frustratie of onmacht luid is uitgeschreeuwd en er ogenschijnlijk alleen nog dompers, floppen en desillusies resten verliest deze Tijl Uilenspiegel ook wel eens zijn guitigheid.

Dan loop ik ook wel eens weg. De vlucht vooruit, niet goed wetende waar naartoe.

Als voor deze Don Quichotte de luchtkastelen maar gammele paalwoningen blijken, word ik ook onzeker. Helemaal niet wetend Hoe? Wat? Waar Wie of wanneer?

Op zo’n momenten voel ik me dan langzaam wegzakken in het drijfzand van de ontgoocheling. Het natte vettige slijkt hard zuigend aan mijn katchou botten. Tot aan de knieën in de zwarte moor en derrie dabberend.  Mezelf afvragend wat ik eigenlijk uitricht in die stinkende beek.

Neem nu deze week. Veel reden tot jolige vrolijkheid was er niet.

“De Amerikaanse Homo Digitalis Mobilis Horribilis” herschrijft geschiedenis, herontdekt de wetenschap en zet ze helemaal naar zijn hand. Alsof twee plus twee altijd al vijf is geweest. Het klimaat, de samenleving en de opgebouwde waarden verguist en met een paar pennentrekken even vergankelijk gemaakt als smeltende ijsschotsen op de Noordpool.

En dan probeer ik te relativeren. Is het niet altijd al zo geweest? Zotten zijn toch van alle tijden?

Neem nu Plato, was die Griekse baardaap in zijn tijdsgeest niet even controversieel als onze blonde Amerikaanse vrouwenzot? Immers, hij achtte de timmerman waardevoller dan de kunstenaar omdat de timmerman alleen de enig juiste, perfecte afspiegeling kon maken van de tafel. Met oog voor detail, vorm en functie. Terwijl de gehekelde kunstenaar de tafel alleen maar doelloos kon nabootsten of naschilderden. Kunst, door Plato geïnterpreteerd als imitatie van de imitatie. De straffe controverse gedebiteerd om zo indruk te maken op Socrates en Aristoteles.

Of Orwell. Vond Orwell de haard niet mooier, behaaglijker en socialer dan de centrale verwarming? De haard bracht mensen bij elkaar, gezellig samen gepakt rond de Leuvense stoof. Had je kou, wat dichter, te warm? Wat verder van de smeulende hitte. Volgens Orwell was de centrale verwarming alleen maar gemaakt om mensen uit elkaar te drijven en te verdelen over kamers met de juiste behaaglijke temperatuur. 35203-e541907fbb52911e8b7071d009d41b1c

Wie zal het zeggen?

Vandaag slaat onze digi-meter tilt en zitten we verkokerd, gevangen en verstrikt in een comfortabele, kleurloze, digitale keurslijf? We zijn snel, saai en smakeloos ver verwijderd van de warmte van de Leuvense stoof en zappen naar nog sneller en vluchtiger.

Gedwee, tam en mak volgen we de sociale mediastroom op het tempo van de mening van de massa en de indoctrinatie van de onzin. Normen en waarden over boord. Geilend op vluchtige likes & shares, comments & followers. Omdat we ons op die manier met de valse illusie gesust een paar vrienden rijker wanen verzameld rond de warmte van de digitale Leuvense stoof.