Zeedijk van de onzin

 

Als verveling me om de oren kletst, waag ik me wel eens aan een wandeling op het internet. Op de zeedijk van de onzin en de overbodigheid schep ik lucht en snuister ik rond tot iets me opvalt.

Zo een vijfentwintig jaar geleden had een bolleboos het wat vreemde idee die activiteit als “surfen” te benoemen. Ik ben geen etymoloog, en hoewel ik me in gedachten op een virtuele zeedijk bevind kan ik me niet voor de geest halen waarom die bezigheid als surfen moest bestempeld worden. Aan verbeeldingskracht ontbreekt het me doorgaans niet maar staren naar een scherm of schuiven met een muis heeft volgens mij weinig uitstaan met watersport. Die activiteiten worden doorgaans rechtstaand gedaan, op een plank of op een zinker, met zeil of zonder. Al durven ze dat tegenwoordig ook al op hun knieën doen, al peddelend op een plas. Mij niet gelaten.

Ik nestel me achter een scherm en laat me het geen me voor de ogen schuift niet ontvallen. In een poging me niet druk te maken glijd ik, met de muis in aanslag, van het ene oninteressante artikel naar het andere. Ik surf!

Hier op het internet is het razend druk. Dat is het hier altijd.  Iedereen wil in deze tijd van vluchtigheid een deeltje van de publieke ether om zinnige of onzinnige dingen te delen met de wereld. Op mijn virtuele promenade merk ik merk dat de verkiezingspropagandamolen op volle toeren draait.  Ik stuit op edele voornemens, onuitvoerbare ambities en tactische uiteenzettingen, verkondigd door betrouwbare uitziende figuren. Beloftes worden vervoegd tot onbestaande, overdreven of over het paard getilde superlatieven. Het is nooit anders geweest en het zal nooit anders zijn. Verkiezingen lijken wel een georganiseerde ruzie waar kleine kanten van diegenen van het andere gedacht, uit proportie gesleurd worden en waar belangrijke verwezenlijkingen van de vijand, geminimaliseerd worden tot ondeelbare deeltjes. Wanneer anders onbenullige mensen de kans krijgen om mee aan de vetpot te likken maken ze rare soms bokkensprongen. Dat blijkt. Ik zit er niet mee. Ze doen maar, hier op dat internet.

De baren van de pulp brengen me ongevraagd bij Enzo Knol. Deze jonge “ondernemer” verdient meer dan zijn brood door zelf opgenomen filmpjes te delen op het internet, in een vlog. Meer doet hij niet. Wanneer hij ontwaakt, filmt hij zijn suffe kop. Wanneer hij eet, vereeuwigt hij zich door mondvol te praten over wat hij tussen zijn kiezen propt. De hele tijd loopt hij rond met stijve arm of met een selfiestick om in scene te zetten waar hij zijn dag mee vult. Hij doet het altijd en overal.  Wanneer hij eet, slaapt of kakt. Alles gaat de ether in en 1.9 miljoen mensen kijken jaloers mee. Als voyeur naar een freak. De wereld draait raar tegenwoordig, hier op dat internet.

En dan ben ik  blij dat ik me af en toe maar eens verveel. Zodat jullie geen getuige hoeven te zijn van een opname van mijn kwijl dat uit mijn mondhoed sijpelt wanneer ik hier op mijn sofa, op mijn tamme krent, in slaap gesukkeld ben. En dat ik jullie maar af en toe eens mag vervelen met mijn zelfgeschreven onzin. Aan jullie om weg te zappen of verder te lezen. Het is ten slotte jullie internet!