Stel je voor, een dag als deze die eeuwig voortduurt of erger, er rest je nog maar één dag. Hoe zou je die ervaren en vooral zou je nog steeds dezelfde dingen doen? Toegegeven, het is op zich een ietwat vreemde vraag maar ze nodigt wel uit om dingen in perspectief te plaatsen. Ze dwingt me om te onderzoeken waaraan ik mijn kostbare tijd besteed en of ik me met de essentie ervan bezighoud.
Vandaag koester ik met deze hypothese het moment. Dat het een eeuwigheidlang mag duren ook al duurt het in werkelijkheid maar één enkele tel.
Toegegeven, graag heb ik het niet gedaan en veel is er niet van in huis gekomen maar ik heb gestudeerd, althans ik heb een poging gedaan. Ik deed het omdat het van mij verwacht werd, om een diploma te krijgen en om me met dat stuk papier van een job te verzekeren. Nadien deed ik mijn best om met de opgedane ervaring een betere te vinden en ik heb dat een aantal keer herhaald, soms met succes.
Ik zette braaf en gedwee noodzakelijke stappen om mijn maatschappelijke positie, wat dat ook moge betekenen, te verbeteren. Telkens opnieuw lag het ogenschijnlijk voordeel van elke carrièrezet in de toekomst. Elke stap was noodzakelijk om een volgende te kunnen zetten, hoewel elke tussenstap op zichzelf weinig of geen waarde van betekenis had. Ik zeg dat nu zo uitgesproken omdat het uiteindelijke resultaat of doel van elke zet ver in de toekomst lag en op zijn zachtst gezegd onzeker was? Haast nooit bleef ik stilstaan bij de vraag of er wel voldoende tijd zou overblijven om van dat uiteindelijke resultaat te kunnen genieten.
Dat tussenstapgedoe in het leven, eerlijk waar ik ben daarvan afgestapt. Gedaan met stappen zetten als voetafdrukken in het zand waarbij resultaat en doel te ver in de toekomst liggen en waarvan de uitkomst onzeker is. Ik probeer eerder voldoening te vinden in dingen die ik vandaag doe zelfs al is dat niet bijster veel. Maar vooral ik wil ze zetten zonder de verwachting of verborgen agenda dat ze, ‘later als ik groot ben’ misschien nog iets kunnen opleveren. Nu bijvoorbeeld schep ik er plezier in om mijn gedachten uit te wringen op dit stuk papier en stel me daarbij luidop de vraag. Wat als deze dag eeuwig duurt?
Het vooruitzicht van het eeuwigdurend moment steekt me niet onmiddellijk tegen. Betekent dit dat ik voldoening ontleen aan alles wat ik doe? Ik mag hopen van wel. Betekent dit dat ik andere dingen zou kunnen doen die me meer voldoening zouden kunnen schenken, mogelijks maar dan moet ik daar als ik dat wil ervaren nu maar mee beginnen, toch. En met die conclusie heb ik vrede.
Maar stel je een tegenovergestelde situatie voor. Beeld je in dat ik zou gruwen van het idee dat deze dag eeuwig zou duren en ik met de verkeerde dingen bezig ben of met dingen die me een vals soort voldoening geven en dat ik me daar niet bewust van ben. Misschien is die conclusie er een die zelf zou kunnen nemen als je je betrapt voelt omdat je reikhalzend uitkijkt naar die wereldreis die alleen in je dromen bestaat of naar dat langverwachte pensioen waar je nog twintig jaar moet op wachten en waartegen je misschien al vijf keer doodgevallen bent. Of kijk je misschien vol misprijzen naar vandaag omdat het weekend nog te ver weg lijkt? Kortom zie je uit naar iets wat zover in de toekomst ligt dat het onzeker wordt of dat überhaupt ooit zal plaatsvinden. Lijkt je dat geen afschuwelijke gedachte?
Wil ik nog wel, koste wat het kost ambitieus zijn of wil ik gewoon maar een klein beetje hoger klimmen en verder zorgeloos genieten van mijn weg? De kans is net zoals deze hypothese groot en onbestaande maar stel dat ik ooit een succesvol schrijver zou worden, niet dat dat tot de mogelijkheden behoort maar stel het je voor, hypothetisch. In die nieuwe rol zou ik genoodzaakt zijn om met lezers en recensenten te spreken. Ik zou lezingen moeten geven. Ik zou moeten meedraaien in een uitgeverscarrousel, enfin ik zou dingen moeten doen waarvan ik nu al zeker weet dat ze me tegensteken.
De ambitie om het onbereikbare te bereiken is me vreemd en die luxe is voor mij onbetaalbaar. Het enige wat ik ècht wil is mooie zinnen schrijven, en ik wil dat doen louter en alleen te mijner ere en ter ere van het plezier van het schrijven van mooie zinnen, ongeacht of ze graag gelezen worden of niet? Natuurlijk zou ik nog een boek kunnen schrijven met als doel om er kortstondig aanzien mee te verwerven maar eens dat doel bereikt houdt het plezier dan niet op?
Dat boek schrijven zou een wel heel resultaatgerichte handeling worden waarbij de voldoening gekoppeld wordt aan het resultaat of het boek al dan niet verkocht en gelezen wordt, terwijl mijn voldoening niet ligt in een boek met een mooi kaft maar in de handeling van het schrijven van woorden en gedachten en het beklemtonen van de juiste nuances.
Een paar jaar geleden stond ik in Kaapstad onderaan de Tafelberg. Natuurlijk wou ik naar de top van die 900 meterhoge platte berg maar als enkel de top me had geïnteresseerd had ik wel de kabelbaan genomen. Ik verkoos het kronkelige bergpad.
Wat ik probeer te zeggen is. Als je in je dagelijkse job de zin van je werk alleen maar buiten jezelf zoekt, ik zeg maar wat, in de grote van je auto, in de lengte van de titel van je functie of in het aantal mensen waaraan je leidinggeeft, is dat een doel waar je niets mee bent. Je maakt je met dat kortzichtig streven namelijk helemaal afhankelijk van het oordeel van anderen, zelfs al had je de illusie om vanop die positie net onafhankelijker te worden. Een mooi loon, een chique auto, je positie et cetera zijn allemaal dingen die enkel anderen je kunnen geven. In het beste geval verwierf je ze door een beoordeling met objectieve criteria.
Voor een leven dat maar betekenis heeft door te voldoen aan ambities en verwachtingen die geregeerd en gedirigeerd worden door anderen pas ik. Misschien wil ik nog wel een beetje hogerop, misschien wil ik zelfs ooit nog eens boven op de Tafelberg raken maar het pad ernaartoe zal belangrijker zijn dan het bereiken van de top. Stompzinnige zinnen schrijven of op mijn rug in een hangmat naar de wolken kijken is belangrijker en dat mag voor mijn part een eeuwigheid blijven duren.
Maar hoe kies ik dan wel wat ik doe? Er zijn elke dag zoveel dingen te doen. Er zijn zoveel manieren om mijn leven in te richten dat het risico bestaat om er verlamd door te raken. Wat moet ik doen? Wat wil ik doen? Soms kan keuzestress zo lastig zijn dat met uitstelgedrag alle keuzemogelijkheden uitdraaien op het realiseren van geen enkele. Mag ik bijvoorbeeld de hele dag op mijn rug liggen om mooie zinnen te bedenken terwijl het gras moet gemaaid worden? En hoe frustreet het maken van de ene keuze de beperking van het niet maken van een andere.
Hoe voorkom ik dat ik steeds blijf ronddraaien rond hetzelfde cirkeltje?
Lig ik wakker van mijn succes en is succes belangrijk? Wil ik nog wel hard werken en als ik het blijf doen, word ik er dan gelukkig van of zijn net andere zaken niet veel zinvoller? Is succes per definitie gelijk aan gelukkig zijn? Persoonlijk denk ik van niet. Geluk is fijn voor diegene die het heeft, maar even leuk voor diegene die het nog niet heeft maar er de juiste weg voor in geslagen is om het te worden.
Het streven naar meer, groter en beter of naar een status die ver buiten mezelf ligt of ver in de toekomst of me door anderen opgedrongen wordt, biedt mij geen enkele garantie voor een zinvol leven.
Dus blijf ik maar een leven leiden dat ogenschijnlijk nergens naar toe leidt en gevuld is met niets of met schone zinnen zonder ambitie. Misschien wordt ooit, als de zomer en het mooie weer samenvallen, succes dan een nevenverschijnsel van datgene wat nooit een doel is geweest.
Met dit nieuwverworven inzicht mag dit moment een eeuwigheid blijven duren ook al duurt het in werkelijkheid maar een dag of een enkele tel.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.