Een moment zonder momentum

Ik hoorde vanmorgen het woord tijdens het scheren en was bang dat ik zou uitschieten met mijn scheermes.   Mijn tenen gingen krom staan en mijn maag kromp ineen tot een pijnlijk bolletje, een uitgelezen moment, het ‘momentum’ zeg maar, om in opstand te komen.

‘Momentum’, dat ergerlijke woord dat zich geruisloos een weg heeft gebaand in onze dagelijkse gesprekken, als een verwaande pauw die met zijn pluimen stoeft alsof hij een modeontwerper is en denkt dat hij op een catwalk staat. Telkens ik dat woord hoor, vooral dan in een context die niets te maken heeft met natuur- of wiskunde, twijfel ik aan onze beschaving. Er is wel meer waarom ik twijfel aan onze beschaving, laat daar geen twijfel over bestaan, maar dit terzijde.

Wat is er mis met een normaal woord zoals bijvoorbeeld ‘een kantelpunt’, ‘een gunstige omstandigheid’, of ‘een juist moment’? Is het echt nodig om in elk gesprek een onweerstaanbare drang te voelen om te willen klinken als een politicus die indruk wil maken tijdens een verkiezingscampagne?

Het stoort me vooral bij alledaagse dingen. Stel je voor: Ik sta me in de badkamer te scheren. Op de radio, die op de achtergrond speelt, spreekt iemand de gevleugelde woorden, mijn carrière bevindt zich nu in een ‘momentum’. Dan heb ik zin om te antwoorden. “Pardon, in een wat?” Ik zou verdorie zo maar kunnen uitschieten met mijn scheermes.  Misschien zou je beter normaal leren babbelen, zonder te doen alsof je een ruimteschip bent dat klaar is voor een lancering naar Mars.

Of erger, tijdens een voetbalwedstrijd, wanneer Filip Joos enthousiast roept dat Club Brugge in het ‘momentum’ zit.  Nee, Filip, ze hebben gewoon een pietgoal gescoord. Het is niet alsof een onzichtbare kracht hen plots in beweging heeft gebracht en dat die toevalligheid vanaf dan de hele kosmos beïnvloedt.

En het breidt uit als een virus. Eerst waren het zakenmensen, dan voetbalcommentatoren en trainers, nu verspreidt het zich als een pisbloem die ongestoord en snel mijn gazon overwoekert. Wie weet, verschijnt het binnenkort in recepten: “Voeg wat ‘momentum’ toe aan je stoofpot voor extra boost, je hebt dit nodig voor je dieet.” Nog even of ‘momentum’ wordt duur verkocht in potjes die voorzien zijn van een mooie slogan “Smeer elke morgen ‘momentum’. Wie heeft nog tijd om te wachten?”

Vraag me niet waarom ik van mensen die te pas en te onpas het woord ‘momentum’ gebruiken, vind dat het pretentieuze aanstellers zijn, ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat dat woord het voor mij nadien altijd verpest. Alle andere woorden raken dan niet meer voorbij mijn irritatiebarometer.

Ik was zo vrij om even kort als krachtig ‘het momentum’, onder de loep te nemen, even onbeduidend en nietszeggend, als lege kreet of hol cliché op exact dezelfde manier waarop het elke dag ongevraagd mijn trommelvlies doet trillen en mijn tenen doet krullen.

Zouden we toch niet beter van elk moment profiteren zonder dat verschrikkelijke ‘momentum.’ Er staat straks echt nog wel van alles te gebeuren, op het juiste moment. Het ‘momentum’, althans het woord, hebben we daarvoor niet vandoen.