Killerbody van de kinderboerderij

Omdat ik, zoals jullie onderhand al weten, een bijzonder complexe relatie met mijn gedachten te onderhouden heb, luister ik af en toe naar podcasts van life-coaches, psychologen, of andere zielenknijpers. Ook verslind ik gulzig essays en artikels over geestelijke gezondheid en mentale kwesties. Nu ik erover nadenk, een bezigheid waar ik bedacht moet op zijn het niet te veel of te diep te doen, vermoed ik dat ik mijn respectabele leeftijd alleen maar heb kunnen bereiken door af en toe mijn verstand te gebruiken en mijn gedachten te pijnigen.

Het idee dat mijn verstand zomaar iets is wat ik bezit, wat ik cadeau gekregen heb, vind ik zelfs een beetje beangstigend.  Ik maak me wijs dat denkvermogen, al dan niet kritisch, iets is waar ik aan kan sleutelen, iets waar ik in moet investeren om het gezond te houden. Als ik eerlijk met mezelf ben, denk ik ook zo over mijn kathedraal, mijn lijf zij het iets minder fanatiek.

Mooie lijven worden geprezen en worden nagekeken. Dat geldt zeker voor vrouwen van vijfentwintig, toch koester ik de hoop dat dit ook opgaat voor mannen van mijn leeftijd, al heb ik wat dat laatste betreft minder ambitieuze verwachtingen. Mogelijks zullen vrouwen van vijfentwintig mijn uit de band springende gedachten nog wel sexy vinden, de kans dat ze die mening ook zijn toegedaan over mijn uitzakkende lijf, schat ik iets kleiner. Het zij zo maar dat neemt niet weg dat mooie lijven in balans geen drama’s meemaken in paskamers, een gebeurtenis waar ik zelf onlangs deelgenoot van was toen ik een nieuwe broek paste in een hippe kledingboetiek die eigenlijk niet bij mijn leeftijd past.

Neemt niet weg dat een strakke body, waarover ik tussen haakjes (nog) niet beschik, doorgaans aantrekkelijk bevonden wordt omdat dat discipline, zelfzekerheid, en doorzettingsvermogen uitstraalt.  Een strak lijf in balans zorgt voor zelfvertrouwen, enfin, dat laat ik me toch graag wijsmaken door de zielenknijpers die ik beluister.

Ik ben, laat daar vooral geen twijfel over bestaan, als het op lichaamsbeweging en diëten aankomt een nationale ramp, ik eet gewoon te graag en bewegen, ja daar heb ik helemaal een broertje aan dood.  Toch heb ik mezelf, nadat ik eerst de psychologische grens van 110 kg moest overschrijden, ertoe kunnen aanzetten mijn voedingsgewoonten eens onder een vergrootglas te nemen.

De eerste dagen van mijn spartaans dieet voelden wat vreemd aan, als een soort wrange nostalgie alsof ik dit allemaal al eens doorstaan heb.

Vermageren is mijn ding niet maar wie lijdt, zal herrijzen! Ik mag en zal niet genieten, want daar gaat het niet over. Ik moet afzien om straks blij te worden van het resultaat dat deze hongersnood me zal opleveren. Lees: een gezonde geest in een strak lijf.  Het voelt aan alsof de heiland in hoogsteigen persoon in mij is neergedaald. Alleen, ik zal niet leiden voor de andere, ik moet lijden voor mezelf, met de ogen strak gericht op wat ik eet, wat ik niet eet en vooral op de weegschaal.  Het ultieme doel voor ogen houdend, een killerbody.

Na veertien dagen, sla met lange tanden te eten, op muesli te knabbelen alsof het kaviaar is en mezelf vol water te gieten, ik lijk wel een aquarium die elke dag moet gevuld worden, begin ik het stilaan op de zenuwen te krijgen. Ik verloor snel vier kilogram maar kwam nog sneller anderhalve bij omdat elke tomaat van vijftig gram die ik eet, de dag nadien anderhalve kilo lijkt te wegen wanneer ik mijn goddelijk wordend lijf op de weegschaal hijs.  Ik begin mijn boxershort te wegen en hoop erop dat als ik ze uitspeel en dan in mijn adamskostuum op de bascule sta, ze plotseling twee kilo zou wegen.

Van dat verdomde dieet begin ik stilaan te duizelen en verlang heimelijk naar een biechtstoel om mijn verstand te laten spreken. Ben ik niet te oud voor een killerlijf, in de wetenschap dat vijfentwintigjarige dames toch alleen maar voor mijn verstand in zwijm vallen?  Ik luister naar de gedachten die ik vertrouw en me influisteren dat ik gewoon op zoek ben naar het genot van een halve liter crème-glace. Waar vind ik die? “De kinderboerderij”, antwoordt mijn verstand me enthousiast nog voor ik me de vraag gesteld heb.

Wat hou ik van mijn verstand, mijn lijf kan mijn kloten kussen, de zielenknijpers die me deze onzin ingefluisterd hebben trouwens ook!