We zaten in een kroeg. Ik met koffie, zoals gewoonlijk, zij aan de rode wijn, ook zoals gewoonlijk. Hoewel we het meeste van de tijd alleen maar een soort van online vriendschap onderhouden, zien we elkaar toch af en toe in real life. Als dat gebeurt, praten we over gesprekken die we ooit schriftelijk gestart zijn maar nooit hebben beëindigd. Je kan dat raar vinden. Wij verstaan ons daarin.
We raakten het er samen lang geleden over eens dat we wellicht slimmer zijn met een pen of met een klavier dan in een echt gesprek. Net daarom dat onze babbels zo chaotisch zijn. Ze gaan over alles en niets. Meestal eindigt een gesprek met de ondraaglijke lichtheid en de zin of onzin van de dingen die we doen en vaker over dingen die we niet doen. We borduren verder op elkaars woorden zonder dat die per se moeten uitgesproken worden. Onze gedachten schieten alle kanten op. De ene keer vliegt ze me rond de nek en bedankt ze me voor mijn luisterend oor, mijn dikke huid of mijn inzichten, de andere keer bedenkt ze tijdens het gesprek een plan om me zo snel als mogelijk onder de eerste de beste voorbijrijdende bus te gooien.
“Lieg jij in de dingen die je schrijft?”: vraagt ze opeens onaangekondigd. “Ik bedoel, vind jij dat een schrijver mag liegen?
“Waarom schrijf jij eigenlijk überhaupt, en waarom heb jij dat rare kantje om al de problemen die je in het leven ervaart in het openbaar te bespreken? Soms heb ik de indruk”: ging ze door, dat je niets liever doet dan het hele universum te betrekken bij de misverstanden die je hebt met al die mensen om je heen.” Niemand leest het en jij blijft er vreugde in scheppen om onnozele zinnetjes te produceren, wie ben jij toch?”
“In dromen of in gedachten veranderen dingen die ik beleef zonder enige logica. Ik doe dan niet eens moeite om ze te veranderen. Ik accepteer die veranderingen hulpeloos en doe wat me in de droom wordt opgedragen. Als ik al die onlogische gebeurtenissen opschrijf in de context van een verzonnen realiteit, is dat dan liegen?” “Ik weet het niet, en ik weet al evenmin waarom ik het doe.”
Hoewel dit gesprek lang geleden plaatsvond, ben ik er niet mee gestopt om me over die vraag het hoofd te breken: Waarom schrijf ik eigenlijk, en waarom zet ik al maar weer het spotlicht op kantjes van mezelf die andere mensen het liefst verborgen houden? En dan nog, ben ik ijdel genoeg om te denken dat mensen daarin geïnteresseerd zijn, in de wetenschap dat niemand nog leest.
Schrijven is een heel handig hulpmiddel om connectie te zoeken tussen mezelf en de wereld, zeker wanneer het in IRL-relaties soms stroever loopt.
Hoewel verveling me meestal niet afschrikt knaagt ze soms wel. Dan verdrink ik in gedachten, in een soort van solitair psychoanalytisch getob zonder wel omschreven doel of eindpunt. Gedachten die in cirkels als windmolens ronddraaien worden mijn remedie als afweermechanisme tegen verveling of tegen de lastigheid van het leven. Schrijven wordt dan een open camera op de wereld die ik probeer te begrijpen. Hij registreert in woorden de gedachten die in mijn hoofd rondvliegen. En ja, er zal bij al dat geschrijf wel eens een leugen tussen glippen omdat ik in dromen de romantische realiteit ervaar zoals ik ze het liefst in het echt zou beleven. Gelieve me voor deze naïviteit te willen excuseren.
Fantaseren kan nooit liegen zijn, blijf schrijven en wij blijven lezen♥️
LikeLike
🙂
LikeLike
Liegen of niet liegen, maakt mij niet uit. Ik lees , veel , heel veel, en jij schrijft wat ik graag lees en wat zo herkenbaar voor me is. Doe maar.
LikeLike
Ik vind dat niet liegen. Je gebruikt nu eenmaal de taal om je gedachten uit te drukken. Dan ben je creatief bezig en komen er een hoop gedachten en wensen enzoverder naar boven. Die mogen best uitgedrukt worden toch?
LikeLike