
“Kijk eens goed. Wat zie je?”: vroeg ze plots nogal op indringende toon. Een beetje zoals in een kruisverhoor. Althans, zo kwam de onschuldige vraag binnen.
“Ik zie jou, denk ik”: antwoordde ik aarzelend veilig, maar met net genoeg besef dat mijn antwoord een dikke onvoldoende zou opleveren mocht dit een overhoring zijn.
“Neen, neen dat bedoel ik niet. Wat zie je echt? Kijk even rond en wat zie je? Wat valt je op? Wat trekt je aandacht. Wat vind je mooi?”
Was het de onverwachte vreemde vraag die me uit mijn lood sloeg of was het de plotse interesse die me een ongemakkelijk gevoel bezorgde? Iets leek me te waarschuwen dat ik op mijn qui-vive moest zijn. Dit was niet zo maar een vraag. Dit was een goed gecamoufleerde valkuil. Ik was de nietsvermoedende prooi die straks de takken onder zijn poten zou voelen wegzakken. De ultieme relatietest? De toets waarop gelijk welk antwoord het foute zou zijn. Elke repliek, naast de kwestie.
Even bekroop mij het gevoel dat wat ik ook zou verklaren, bepalend kon zijn voor onze relatie, onze toekomst, de opwarming van de aarde en de wereldvrede.
De Neo-Cortex draaide plots op volle toeren en verwerkte de beschikbare informatie in een verschroeiend tempo. In een nanoseconde werd een stuntelige afweerstrategie beraamd.
“Ga je bijdehand doen? Ga je me straks mijn mannelijkheid verwijten of zo? Heb je een nieuw kapsel of nieuwe mascara en heb ik dat over ‘t hoofd gezien? Een nieuwe BH? Gelaserd, misschien? Afgevallen?”
Die laatste 2 vragen lagen klaar om afgevuurd te worden maar die heb ik, olie op vuur vermijdend niet gesteld.
De ongepast agressieve toon van mijn repliek moest iets losgemaakt hebben want ze ging, zelf helemaal niet op haar qui-vive, rustig en ontwapenend verder.
“Maar nee. Help me eens even. Speel nu eens mee! Ik zou zo graag een punt maken maar dat lukt alleen als je even meewerkt. Wat zie je rondom jou?”
Ik was al iets meer op mijn hoede en al iets geruster dat we na mijn antwoord niet zouden overspoeld worden door een metershoge tsunami en wrong me handig in een ongemakkelijke bocht om iets te prevelen dat leek op een geïnteresseerd antwoord. “Heum. Wat ik precies zie? In volgorde van belangrijkheid? Of doet dat er niet toe?”
“… Dat doet er niet toe… Komaan… wat valt je op?”
“Ik zie een bruine tafel. 6 stoelen en een bij passende dressoir. Op de tafel staat een witte orchidee en er liggen 6 beige onderleggers te wachten tot er nog eens volk komt eten. De dressoir is voorzien van 2 glazen schuifdeuren. Achter de schuifdeuren zie ik 2 leggers waarop boeken zijn uitgestald. Van klein naar groot. Ik zie foto’s van de familie.
Rechts zie ik een beige leren salon, opgesplitst in een 2-en 3-zit. Flatscreen 120 op 50cm denk ik, te duur betaald trouwens, dat vind ik nog steeds. De flatscreen staat op een Ikea kastje dat veel te snel in elkaar is gesmeten en daarom 2 krassen vertoont. Leuke lichtjes. Links, splinternieuwe gordijn …the wave toch? Zo noemde die verkoper dat gordijn toch he. The wave? Design 1-zit. Keuken, 6 barkrukken, netjes. Modern design, greeploze kasten. Ziet er duur maar is het niet. Functioneel. Praktisch. Ziezo, dat is het zo wat denk ik. Ben ik er door?”
“Weet je wat ik zie,?” Vroeg ze mysterieus, mijn antwoord niet afwachtend.
“Ik zie… ik voel mijn thuis… mijn haven. Ik voel gezelligheid, warmte en liefde. Rust ook. Ik ruik de kaarsen die ik daarstraks aangestoken heb. Die waren je trouwens niet opgevallen want je hebt ze niet vermeld in je opsomming. En ik zie ons volgende etentje met leuke mensen en dan fantaseer ik wat we zullen eten en drinken en waarover we het allemaal zullen hebben. Ik zie ons oud worden in dit huis. Zo voel ik het aan.”
“…Ben je nu helderziende geworden. Madam Solange? Zie jij dat dan allemaal? “: onderbrak ik haar bruut en een beetje onbeleefd.
“…Wat ik je eigenlijk wou zeggen is dat het allemaal niet zo belangrijk is. Het is niet zo belangrijk wat je ziet of hoe je het ziet. Wat essentieel is, is dat zelfs wij op een verschillende manier naar hetzelfde kijken. We ruiken, voelen, proeven en fantaseren verschillend maar we bedoelen het juist en goed omdat we het zelf zo aanvoelen. Nu we dat weten, zouden we dan misschien van elkaar kunnen leren begrijpen en het eens worden dat we het niet over alles eens moeten zijn?”
“Ja, ik denk het wel maar moest ik daarom? En wat hebben die leren stoelen daar nu mee te maken? Laat al maar… “Ja, we hebben een schoon huis maar misschien moeten we toch eens nadenken over een ander tv-kastje. Verder ben ik heel content met ons huis. Met jou trouwens ook al stel je soms van die rare vragen. Verder nog iets?”
Neen, neen. Het is ok en ik ben blij dat we er alle twee zo over denken…
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.