Negen, bijna tien jaar lang al, geen druppel, om het even wat de omstandigheden zijn, ik houd het droog. Zolang al duurt mijn persoonlijke Tournee Minerale. Of ik nu vrolijk, verdrietig, opgejaagd of rustig ben, bijna 10 jaar, 121 maanden, 3678 dagen of 88272 uren, zolang houd ik mijn lever droog.
Sommige mensen drinken eveneens niet. Ze doen dat uit principe, omdat ze het niet lekker vinden, omdat ze ooit te veel dronken en ze het nu niet meer mogen van hun partner of van hun huisarts, of omdat ze al dood zijn.
Andere mensen drinken wel, omdat ze kunnen drinken, omdat ze het gezellig of lekker vinden. Heel dikwijls doen ze het zomaar, uit gewoonte, om erbij te horen of omdat ze denken dat drinken erbij hoort om erbij te horen.
De meeste mensen drinken bij de juiste gelegenheid. Anderen, zoals ik het vroeger deed, hebben geen gelegenheid nodig. Voor mij is dat allemaal ok, maar ik probeer het al eventjes op een andere manier, in mijn ogen een betere. Als je dat voor jezelf niet de beste keuze vindt, is dat helemaal ok.
Drinken of niet drinken, voor mij maakt het allemaal niet meer uit. Ik ben er niet meer mee bezig, al is dat in het begin wel anders geweest. Op een onbewaakt moment kan het best nog wel lastig zijn, dan floept het kwelmannetje, als een ‘Duvel’ uit een doosje nog wel eens op mijn schouder. Hevig hoor, maar dat duurt nooit lang. Door hem geen aandacht te geven weet ik dat hij snel opgeeft omdat ik met hem het gevecht niet meer aanga. Dan verliest hij zijn interesse. Ik blijf uit zijn boksring. Ik gun hem de overwinning zonder wedstrijd van harte.
Er is veel veranderd. Ik ben veranderd, leef bewuster en geef meer aandacht aan mezelf. Ik doe dat helemaal niet uit egoïsme maar uit zelfbehoud. Om gefocust te blijven, probeer ik goed voor mezelf te zorgen en als ik goed voor mezelf zorg word ik geen eikel voor anderen.
‘Vrienden’ van vroeger vinden me soms saai. Ze denken dat ik nu als een kluizenaar leef. Ik geloof dat ze dat doen omdat ik nu net iets verder dan een armlengte verwijderd ben van de toog die ons indertijd bij elkaar hield. Soms vind ik dat jammer maar die spijt duurt nooit lang omdat ik besef dat het nagenoeg alleen die pint was die we als gemeenschappelijke beste vriend hadden. Voor mij is hij al een tijdje dood en begraven, die ‘beste vriend’. Ik mis hem niet.
Soms wordt het nog wel eens donker en krijg ik het moeilijk omdat de gemakkelijke uitweg er niet langer is. Dan neem ik een pauze, een bewuste time-out zodat ik broodnuchter kan beslissen of ik de zaken meteen aanpak of ik erop een ander moment zal aanvliegen. Kunnen beslissen zonder te moeten vluchten in iemand die ik niet ben, is me zoveel waard dat ik het hier nog maar eens wil getuigen, een beetje fier maar vooral rustig en nederig en niet te overmoedig. In mijn leven schijnt de zon en dat is veel om dankbaar voor te zijn.