Slechtste seks-ever

‘Is het af, en kan ik hem lezen?’ vraagt ze me, langs de neus weg, terwijl ze zichzelf voor de derde keer koffie inschenkt.

‘Bijna, geloof ik, maar wanneer is af, af genoeg?’ snoef ik lichtjes geïrriteerd. Ik bedoel maar, ‘Wanneer is het echt goed genoeg?’
‘Oei’, piept ze verwonderd, luider dan nodig met een klemtoon die laat uitschijnen dat mijn antwoord haar niet geheel aanstaat.

‘Is het uitstelgedrag of zo?  Ben je ‘weer’ op zoek naar onbestaande redenen die als excuus dienen om iets niet te doen, of ben je in je hoofd ‘weer’ al je gedachten met de grond gelijk aan ’t maken om ze nadien ‘weer’ op te bouwen?’
Om ervan af te zijn, antwoord ik, ‘Zoiets ja, misschien. Dat zal het wel zijn’, goed wetende dat ze met dat antwoord noch vrede, noch genoegen zal nemen.

Ze slaakt een diepe zucht, alsof ze net de slechtste seks-ever heeft gehad. Met haar strengste blik-ever inspecteert ze me van kruin tot teen met donkere ogen die me vanachter een vierkant brilletje taxeren alsof ik nog iets op te biechten heb. Tegelijkertijd trekt ze de linker wenkbrauw vier millimeter op zodat drie denkrimpels op haar voorhoofd verschijnen die haar gezicht nog een strengere aanblik geven.

‘Zijt daar mee getrouwd’, bedenk ik minachtend, zoekend naar de reden van die ontgoochelde zucht omdat ik vermoed dat mijn antwoord op haar hetzelfde effect had alsof ze net de slechtste seks-ever heeft gehad.  Ik kan geen reden bedenken omdat ik onmogelijk kan weten of vrouwen überhaupt een zucht slaken wanneer ze net de slechtste seks-ever hebben gehad aangezien mij dat nog nooit is overkomen.

Goede seks is namelijk net zoals een boek dat nog niet is uitgegeven, het is nooit helemaal af en het is nooit klaar genoeg. Het is nooit een halfslachtige poging. Het is eveneens pruts- en foefelwerk en het duurt net zolang tot wat ik wil bereiken er helemaal vanaf spat.