Vroeger had je alleen een dikke kop. Nu heb je ook nog een dikke pens – zeker wanneer ik naar je kijk, en je in je zwembroek voor mij in profiel staat. Je praat ook altijd met je mond vol en er groeit haar uit je neus, en ook uit je oren’, voegt ze er even later nog aan toe. ‘Hoe lang is het trouwens al geleden dat jij nog eens iets gedaan hebt. Jij doet nooit iets. Niks steek jij uit. Als ik niet alles zelf doe, gebeurt hier niks.’ En ik gebruik in deze zin met opzet het woord niks, omdat dat een iets assertieve nuance heeft dan het meer neutrale woord niets, maar deze bedenking doet niets ter zake in hetgeen ik wil vertellen.
Natuurlijk leef ik al lang genoeg met mezelf, om te weten dat ik niet echt een werkmier ben. Maar ‘nooit iets’, dat steekt toch een beetje. Ik heb namelijk – om maar ‘iets’, wat me onmiddellijk te binnenschiet te noemen – daarnet nog twee kippen gebraden en aardappelen gebakken met sla, komkommer en tomaten. Voor alle duidelijkheid de tomaten, sla en komkommer heb ik niet mee gebakken want daar zou ze dan met recht en rede over kunnen zeuren. Neen, tussen de sla heb ik gewoon een busseltje fijngesneden tuinkruiden gemengd. Dus, ‘ik nooit iets en zij alles’, is niet de eerste bewuste leugen van de dag waaraan zij zich schuldig maakte. Weet zij trouwens veel dat ik al de hele dag al mijn zintuigen loop te pijnigen en dus in gedachten veel hogere bergen werk heb verzet dan zij. Alleen, zij wordt daar niet moe van. Daarbij, daar hebben die drie extra Corona-kilo’s – die zij, geheel ten onrechte trouwens, als een dikke pens ziet – niets mee te maken, want toen ik mezelf daarnet in de spiegel bekeek, merkte ik nauwelijks een verschil met het beeld dat ik gewoon ben. Oké ik ben drie kilogram bijgekomen, een beetje corona-vet, so what? Ik zal op deze aardkluit niet de enige zijn.
Dat van die dikke kop, dat is niet gelogen. En nu ze dat gevoelige onderwerp aangesneden heeft, probeer ik me de mensen voor de geest te halen die me dat ooit nog gezegd hebben. ‘Varkenskop’ en ‘dikkop’ zijn woorden die me vaak naar mijn grote kop geslingerd werden, al moet ik bekennen dat sommige uitlatingen toch met iets meer subtiliteit geuit werden. Ze vroegen me dan langs hun neus weg, ‘fluit jij in de sauna?’ of ze benoemden mijn voorgevel – met iets vriendelijkere bewoordingen – als ‘karakterkop’. Ik zeg dat nu zomaar en helemaal zonder posttraumatische gevoelens, en alleen maar omdat mijn smikkel er – op een paar rimpels na – nog altijd min of meer hetzelfde uitziet.
Zou het dan kunnen dat zij zichzelf – nu ze zelf in de schemerzone van haar leven is aanbeland – een nieuwe rol wil toe-eigenen? En dat ze – nu de dagen zich even onvoorspelbaar gedragen als vrouwen die zich in de schemerzone van hun leven bevinden – nachtmerries krijgt van de “realiteit”, waarin ze mij voor het eerst met mijn groot hoofd op een bezem – pratend met mijn mond vol – elke nacht voorbij ziet vliegen? Het zou begot zomaar kunnen!
Deze woorden zijn misschien geen literaire hoogstand of mijn allerbeste schrijfsel, maar het is alleszins een aanvaardbare poging tot iets waar een echte schrijver en lezer iets mee kan aanvangen. En het gaat zeker niet over zoiets waar een volwassen man beschaamd over moet zijn of waar hij zou van moeten beginnen blijten, tenzij het hem als schrijver zelf overkomt natuurlijk.
Misschien moet ik me toch maar eens wagen aan een erotisch verhaal en het zou zomaar als volgt kunnen beginnen… Weet je, vroeger had je ook al een dikke kop, maar toen was je ook nog onweerstaanbaar sexy, sportief en had je het uithoudingsvermogen van een bronstige dekhengst. Nu heb je alleen nog een dikke pens – zeker wanneer ik naar je kijk, en je in je zwembroek voor mij in profiel staat. Wist je trouwens dat ik me mateloos erger me aan het feit dat je altijd met je mond vol praat en dat er haren uit je neus, en uit je oren groeien, maar toch zou ik willen dat je me nog eens alle kanten van het bed laat zien. Zoals vroeger en ik zal dan fantaseren dat je even wild, onweerstaanbaar sexy en sportief bent zoals toen en dat je nog altijd over dat uithoudingsvermogen van een bronstige dekhengst beschikt waarmee je mij toen kletsnat…
3 kilo, dat is exact het verschil aan (extra) lijf bij mij tussen midden maart en nu. Maar voor de rest heb ik geen opmerkingen.
LikeLike
Ha ha… valt nog mee voor die 5 kg paaseieren
LikeLike