“Dobbel-Fluppe” en pretlichtjes.

Capture

“Had jij dan echt een probleem?”

In mijn geval werd het maar pas een probleem op het ogenblik dat ik zelf vond dat het er één geworden was. Enkel dan lag de oplossing binnen handbereik.

Wanneer is een peer plukrijp? Als ze geblutst en gehavend op de grond ligt en te beurt kan vallen aan knagend ongedierte? Of net ervoor, als ze nog blozend en flirtend met de zwaartekracht aan de takken hangt? Moeilijke vraag!

Het kostte me in die tijd heel veel moeite om s’ avonds in de spiegel te kijken. Om mijn zielenrust niet te verstoren vermeed ik hem dan ook het meeste van de tijd. Omdat ik nooit zeker wist of mijn ogen nog wel zouden terug kijken of ze eerder, de confrontatie vermijdend, hun blik gingen afwenden.

Af en toe vond ik wel wat gegeneerde durf. Dan stond ik me starend in de diepte van mijn ziel af te vragen hoe het verder moest omdat het langzaam duidelijk werd dat mezelf nog langer bedriegen nutteloos geworden was. Gemakkelijk maar nutteloos.

Ik was dapper meester in problemen naar morgen door te schuiven. Elke avond opnieuw zou de wereld er morgen anders uitzien. Morgen zou het me wel lukken. Vast en zeker wel.  Alleen, elke morgen kwam ik er gemak-drank-zuchtelijk achter dat die telkens opnieuw gevolgd wordt door een andere morgen waarop het dan ook nog kan. Alleen hij kwam er nooit.

Telkens opnieuw, dag na dag zag ik mezelf in mijn spiegelbeeld verdwijnen alsof het er niet was. Misschien was hij er tot dan toe zelfs nog nooit geweest. Ik wou hem zoeken en vinden.

Vandaag, bijna 4 jaar later kijkt hij me ietwat trots recht in de ogen aan. De blik fors en vastberaden, misschien ietwat arrogant. Hij kijkt niet weg want in de, ondertussen vertrouwde blik, zitten pretlichtjes verstopt. Ze kwamen gaandeweg, schoorvoetend voorzichtig op de hoede. Toen ze zeker waren niet te zullen weggespoeld worden door zelfbeklagerige waterlanders. In het zonlicht vallen ze nauwelijks op omdat ze dan overbodig en niet van doen zijn maar op maanloze nachten wijzen ze als vuurvliegjes de weg die misschien wel ergens naar toe leidt.

Ik hou het vast en vol. Elke dag opnieuw vandaag! En morgen? Dat bezie ik nog wel.

Alle gemiste kansen, elk gebroken hart, al die verloren vriendschappen en beschaamd vertrouwen.  Elke vlucht vooruit…

Vandaag doen ze er allemaal toe omdat ze nodig waren om mijn peer te laten rijpen. En dan is het van geen nut te weten of ze al van de boom gevallen was of nog aan de tak hing te flirten met de zwaartekracht, wachtend op een bluts of rotte plek.

Maar neem het van mij aan als je wil ’t zijn “Dobbel-Fluppe” als ge niet moet knabbelen!