Een verschrikkelijk eenzaam eiland.

De vrouw die ik laatst ontmoette, een leeftijd kon ik haar niet geven, was grijs en grauw. De slonzige jogging die ze onder een paar versleten Crock’s droeg, was vormloos en vies en beklemtoonde helemaal de tristesse en wanhoop die ze uitademde. Als een vis op het droge leek ze naar adem te happen. Ooit moet zij een stralende en hoopvolle vrouw geweest zijn, met dromen, idealen en verwachtingen. Dat leidde ik af uit foto’s uit een vrolijkere tijd die ik op het stoffig dressoir zag staan. Ze moet zich ooit gelukkig gevoeld hebben, maar dat gevoel was even vergeeld als de foto’s die in de diepte van de huiskamer staarden.

Eerder op de dag had ze al haar moed bijeengeraapt. Vervuld van tranen en zelfbeklag had ze me gebeld. In haar stille stem herkende ik de wanhoop die ik ooit bij mezelf had gevoeld.

Wat ze me in een soort van psychotische wartaal toevertrouwde, ik heb er geen andere woorden voor, was dat ze slachtoffer geworden was van, en dat ze lange tijd verstrikt was geweest in een narcistische relatie die haar emotioneel en lichamelijk helemaal gesloopt had. Haar ex-partner had haar gemanipuleerd en had haar alle zelfzekerheid en eigenwaarde ontnomen. Op een slinkse manier was ze gemanoeuvreerd in iets wat gedwongen misbruik moet geweest zijn. Ze liet haar lichaam, haar hart en geest gebruiken om zijn verlangens te voeden en liet zich zo de hare ontnemen om ze te laten oplossen in afschuwelijke miserie en onophoudelijke afhankelijkheid.

Om aan haar wanhoop te ontsnappen en om haar ondraaglijk leed te verdoven gebruikte ze kalmeringsmiddelen, drank, slaappillen en angstmedicatie. In die dagelijkse waas van pillen en alcohol vluchtte ze weg en hoopte om zielenrust te vinden op een denkbeeldig eiland, een plek waar haar geest en hart kon ontsnappen aan de verschrikkelijke dagelijkse realiteit, van enge gedachten, schaamte, zelfbeklag en wanhoop. Een andere uitweg zag ze niet. Een andere keuze had ze niet. Nog niet.

Aanvankelijk had ze er gemakkelijke troost gevonden. Het landschap was er wazig, de lucht minder donker en ijl, de pijn minder scherp. De roes die ze er vond, hielpen haar om demonen te verjagen, om wanhoopgedachten te vergeten en om schaamte en schuldgevoelens te verdoven. Na verloop van tijd bleek die plek echter even onheilspellend en werd de immense uitzichtloosheid waaraan ze probeerde te ontsnappen er alleen maar versterkt.

Door isolement, alcoholverdoving en zelfmedicatie was haar fysieke en emotionele toestand bijzonder ernstig. Uit wat ze me vertelde, leek het alsof ze alle hoop en moed verloren had om aan de dwingende gedachten van haar misbruiker te ontsnappen en om een uitweg te vinden naar een normaal leven.

De stilte van het eiland waar ze elke dag opnieuw haar toevlucht zocht, was veranderd in een oorverdovend donkere stille steeg waar de eenzaamheid verstikkend was. Op één van die destructieve vluchtreizen had het leven haar kunnen ontglippen en had ze zomaar haar laatste adem kunnen uitblazen. Dat is gelukkig niet gebeurd.

Toen ik haar enkele weken later opnieuw opzocht, was ze veilig omringd, door therapeuten, psychologen, en psychiaters, door hulpverleners en lotgenoten. Ze vertelde me dat de detox hevig was geweest. Ontwenningsverschijnselen zoals zweten, trillen en bloeddrukschommelingen hadden hevig huisgehouden.  Met de afkick had ze het laatste restje energie dat nog in haar verdoofde lichaam verborgen zat moeten aanboren, om zich te reinigen, om zich te ontgiften en om te herstellen van de bijverschijnselen van haar jarenlange verslaving. Hoofdpijn, jeuk, misselijkheid, prikkelbaarheid, slapeloosheid en andere ongemakkelijke bijwerkingen werden hevig aangewakkerd door het ontgiftingsproces, maar nu gaat het beter.

Ze vertelde enthousiast en honderduit over therapie die ze dagelijks volgde, over de afbouw van medicatie, over prille plannen om haar gekneusde zelfbeeld te herstellen, over rust en stilte die ze niet langer als een bedreiging ervoer, over nazorg die ze wil opnemen, over haar dochter die haar na jarenlang stilzwijgen gebeld had en over hoop omdat ze voor de eerste keer een klein lichtje zag schijnen aan het einde van die duistere tunnel.

Mooie woorden en overmoedige plannen kunnen duizend emoties verdoezelen, maar de hoopvolle blik van eerlijke ogen en de dankbare glimlach van een zwijgende mond zijn het enige schouderklopje dat ik nodig heb om te blijven doen wat ik doe.

Stilte over onderwerpen als deze zijn een universele taal geworden. Ik wil die geslotenheid en zwijgzaamheid doorbreken en hoop ze met getuigenissen als deze de kleurklank te geven opdat mensen die de taal en de woorden nog niet verstaan ze ook leren begrijpen.

Want om verslaving en afhankelijkheid te herkennen en te begrijpen is soms alleen maar een tolk nodig die beide talen begrijpt.  Soms zijn ze hulp om verloren gewaande zielen een bootje aan te reiken zodat ze zelf kunnen ontsnappen van dat verschrikkelijk eenzame eiland waarop ze jarenlang als drenkeling hebben vastgezeten, maar varen moeten ze zelf leren doen.