Beslagen raspaard

Over welke eigenschappen moet een politieker heden ten dage beschikken om dat beroep met verve uit te oefenen? Ik was daar gisteren in de late uurtjes mee bezig. Niet dat ik zelf ambitie in die richting koester maar ik vroeg me dat gewoon af.  Zoals je weet vraag ik me wel meer onbenullige dingen af wanneer de dag voor de nacht wordt ingeruild.

De eerste belangrijke eigenschap waarover een politicus volgens mij moet beschikken is overtuigingskracht. Van die leest moet een politieker geschoeid zijn, beslagen als een raspaard. Het maakt niets uit of hij hele leugens of halve waarheden verkondigt. Doet hij het met overtuigingskracht, de kans is groot dat hij een aanhang aanspreekt en die de leugen als nieuwe waarheid overneemt.

Naast overtuigingskracht moet de doorwinterde volksmenner beschikken over de gave van het woord. Niet zozeer om vragen pertinent te beantwoorden maar om dat ongemerkt en met veel bravoure naast de kwestie te doen. Luisteren moet hij ook kunnen, of althans hij moet indruk wekken dat te kunnen. Hoe verklaar je anders dat geen enkele politieker in staat is zijn opponent te laten uitspreken, nimmer of te nooit! Naast deze gaven moet hij kunnen slijmen, budgetteren, paaien, overleggen, besturen, moed hebben, kritisch zijn, oplossingsgericht handelen. Kortom hij is of halfzot of geniaal.

Halfgek zeg ik want, gesteld dat iemand over al deze eigenschappen beschikt en zo begaafd is, ga je dan in de politiek? Ik stel me die vraag luidop. Als je al deze waardevolle en nobele kwaliteiten in eigen beheer hebt en je kan ze allemaal botvieren op een zwijgende massa die jou op je woord gelooft, dan word je toch gewoon schrijver, of ondernemer? In elk geval ga je dan toch iets anders trachten te doen, iets waarmee je een verschil kan maken?

Omdat ik te lui ben om cijfers uit te pluizen, doe ik een wilde slag in het water. Luister een minuut. Om en bij de negentig procent van waar de staat haar inkomsten haalt, wordt betaald door tien procent van de belastingbetaler. En laat het nu twintig procent zijn, dan hanteer ik dezelfde tachtig-twintig regel waarmee zij zo graag beslissingen verantwoorden. De overige negentig (of tachtig) procent van de modale belastingbetaler (u en ik dus) zorgen voor tien (of twintig) procent van de staatsinkomsten. Wij doen er dus niet toe. Wij maken geen verschil.

Aangezien politici verkozen worden door mensen die er niet toe doen (u en ik dus, wie ligt nu wakker van tien procent), doen politici er ook niet toe, logische conclusie toch?

Zal ik wat verklappen? Al de nobele eigenschappen die ik hierboven aan politici toedichtte, in de veronderstelling dat ze die hebben, ze bezitten ze niet. Ze zijn er gewoon beter en leper in om hun zeven hoofdzonden te camoufleren. Hoewel ik sommigen ervan verdenk zelfs dat niet meer te doen. Ze, liegen, bedriegen, verhullen, verdraaien, verbrodden, verbrassen met veel of weinig hypocrisie, soms zelfs met een klein beetje corruptie en misleiding. En neen ik ga er geen voorbeelden bij geven, denk er voor een minuut zelf maar eens over na.

Daarom zijn politici niet te vertrouwen, en hun partijprogramma’s al evenmin. Zeg nu zelf en ik ben opnieuw lui. Ik ga dus alle speerpunten van de partijen niet opsommen want ze doen er niet toe omdat er nooit één staande blijft. Er komt gewoonweg niets van terecht. Helemaal niets, nul, nada, niente.

Naast overtuigingskracht is de enige eigenschap die overblijft en waarover elke politicus beschikt, machtslust. Je kan jezelf de vraag stellen of dit een eigenschap is die noodzakelijk is om invloed te hebben, maar je kan je even goed de vraag stellen of dit een “schone” menselijk eigenschap is. Ik weet althans zeker dat ik me niet graag met machtsgeile mensen inlaat. Eigenlijk heb ik er een bloedhekel aan. Even geven ze indruk de dingen te doen om een hoger doel te dienen. Ze ogen dan, en vooral in verkiezingstijd, wel vriendelijk, vredelievend of zo, maar ze doen dit enkel met jouw stem als buit in het achterhoofd, om er zelf beter van te worden. In werkelijkheid zijn ze daardoor verraderlijk, gemeen en vooral onbetrouwbaar.

Net daarom dat ik gestopt ben hen serieus te nemen. Ze hebben zich door ons laten verkiezen. Ze hebben beleidsverantwoordelijkheden gekregen of ze zetelen in de oppositie om vandaar het politieke vuur met nog vettere leugens en bedrog helemaal op te poken. Wat is de conclusie? Wat krijgen wij ervoor in de plaats? Vul zelf maar in, wetende dat er al niet veel vet meer op het loon-vlees zit en dat er elke maand dan nog om en bij de vijftig procent van wordt afgesneden.  What’s in it for us?

Ze zullen zich verdedigen door te zeggen dat het crisis is. Mja, maar is het dat niet altijd? Oliecrisis, Dioxinecrisis, Dutroux-crisis, politiecrisis, Coronacrisis, vluchtelingencrisis, klimaatcrisis, bankencrisis, Oekraïnecrisis. Mijn pa zei altijd, als het gemakkelijk is, doe ik het wel zelf. We zitten niet te wachten op politici die gemakkelijke beslissingen nemen omdat er geen ‘onverwachte crisissituatie’ is. We hebben beleidsmensen nodig die de juiste dingen doen wanneer het wel crisis is, om de allerzwaksten te beschermen en de rijksten aan te sporen om het met iets minder te doen. We zitten helemaal niet te wachten op politici die in een konijnenpak kruipen om er hun vermeend zangtalent in te etaleren, hopende op een paar nieuwe likes en een handvol nieuwe volgers.  

Mijn stelling is dan ook: “Politici, ze doen er niet toe en mogen dus omwille van hun verborgen agenda’s in dezelfde mate beschimpt, verguisd en af geserveerd worden als waarmee zij de maatschappij door hun besluiteloosheid, zelfbediening en onwil beduvelen en kwaad doen.

Politiek voeren met de juiste moraal, zit helemaal verborgen in de heilige graal die beheerd wordt door een stel opportunisten die pretenderen te luisteren, te budgetteren, te paaien, te besturen, moed te hebben, kritisch te zijn, oplossingsgericht te handelen, terwijl ze het potje alleen maar beheren om er zelf gemakkelijk aan te kunnen blijven likken.

Politici, jongens en meisjes, van eenzelfde allooi die naast een voetbalveld in Brussel spelregels veranderen om de uitslag te bepalen.  Ze slaan je figuurlijk verrot of steken een volgende vuurpijl af.

We do what we want. No one likes us and we don’t care!