Iets heel kleins kan een leven veranderen. In een oogwenk kan er iets onverwachts gebeuren. Iets wat je totaal niet had verwacht waardoor je van de weg afraakt en opeens een andere richting inslaat. Een richting van een toekomst waar je nooit aan had gedacht. Waar zal je terechtkomen? Dat is het onvoorspelbare pad van het leven. Een zoektocht naar licht en soms moet je om het licht te vinden eerst door het donker gaan. In elk geval, ik denk dat het bij mij het geval is…
De nachten zijn het ergste. Dat vind ik toch. Dan is mijn ziel het onrustigste, of hoe zeg je dat? Het is donker. Ik blader door mijn gedachten. Op nachten als deze is de kans niet klein dat ik blijf bladeren. Tot ik helemaal uit gebladerd ben. Meestal stopt het pas wanneer de zon opkomt en ik geen vragen meer vind om aan mezelf te stellen. Hoe lang kennen wij elkaar? Twintig jaar? Tweeëntwintig jaar? Vijfentwintig jaar?
Welk soort vragen stel je dan nog aan elkaar? Wat ga je doen? Wat heb je gedaan? Hoe is het? Hoe was het? Had ik ooit maar rechten gestudeerd. Dan zou ik geleerd hebben om die ene belangrijke vraag op zoveel manieren te stellen. Ik zou die vraag dan net zolang stellen tot ik een antwoord krijg waarmee ik verder kan. Maar ik ben geen advocaat en ik heb geen rechten gestudeerd. Ik blijf dus steeds de verkeerde vraag stellen. Ook aan mezelf.
Hoe is het? “Goed”, antwoord ik, tegen beter weten in.