Drieste koleire, dramatische tragedie, troosteloos falen, uitzichtloze chaos… Met een bijpassend adjectief worden woorden opeens pure emotie. Vanuit de krant of vanop een scherm krijgen we dagelijks negatief geladen woorden, zonder waarschuwing zomaar recht in het gezicht gebraakt als een bombardement van negativiteit of slechte karma. Negatieve woorden maken ons negatief! En we worden de woorden die we gebruiken! Persoonlijk hou ik van woorden, van lange woorden en van de korte. Ik heb de fatsoenlijke bewoordingen graag maar ook de schelmachtige. Ik gebruik ze dagelijks allemaal, hongerig, plat of fijngevoelig in een poging om een beetje nuance te brengen in hetgeen ik wil zeggen. Woorden met een beladen negatieve bijklank, houd ik zo veel mogelijk achter de hand of laat ze achteloos rondsluipen als nachtdieven. Ik probeer ze echt te vermijden en de ene keer slaag ik daar beter in dan de andere. Ik leef en adem woorden, zowel de geschreven als gesproken al ben ik me daar nog niet zo heel lang van bewust. Ik bewonder pakkende koppen, uitgesponnen dialogen, verrassende cliffhangers en uitdagende clickbaits. Ik frons bij geladen woorden en raak ontroerd door de pakkende die diep treffen. Een juist gekozen woord kan iemand ophemelen of slachtofferen. Sommige fout-beslagen redenaars kunnen je met scherpe klinkers en botte medeklinkers vastspijkeren en het treurige is dat die negatieve woorden nog werken ook. Ze zijn de aandachtsvangers die ons doen luisteren en verder lezen omdat ze in de kantlijn in onzichtbaar rood geschreven zijn. Gisteren las ik wat facebookcommentaren op ogenschijnlijk onschuldige berichten en hier is een exclusieve selectie van de woorden die mijn aandacht trokken: “mossel, moord, woede, lul, loser, woede, nachtmerrie, bagger, teloorgang, shock, azijnpisser, dief”, en het lijstje is nog langer. Als ik jullie toevertrouw dat deze woorden gespuid werden als commentaar op een voetbalverslag moest ik even de wenkbrouwen fronsen. Natuurlijk weet ik wel dat woorden als “witte woede” straffer klinken als “niet helemaal mee eens” en dat “kut en tetten” beter bekken dan “vagina en borsten”. “In shock” klinkt beter dan weer straffer dan “verrast”. De vastelling van toenemend ongepast, gebald taalgebruik is nog geen persoonlijke nachtmerrie geworden, al heb ik er vannacht wel een uur slaap voor opgeofferd zoniet stond hier geen letter geschreven. Elke dag gebeurt het, in de (sociale) media, op tv en in onze dagelijkse contacten. Iedereen draagt in min of meerder mate bij aan het creëren van een negatieve taalcultuur die met een onzichtbare infuus rechtstreeks onze hersenen en harten infecteert. Hoe vaak heb je de laatste tijd niet vol van dat verraderlijke gevoel van irritatie voor je scherm gezeten, vervult met onbehagen omdat de negatieviteit je raakte of je je eraan ergerde? Slecht nieuws is goed nieuws voor wie alleen wat gratuite aandacht zoekt en wij worden door de noodzakelijke klik gegijzeld en worden meesleurd in de negatieve woordenstorm. Net zoals een slecht humeur het steeds wint van een goed humeur winnen negatieve, haatdragende woorden het telkens opnieuw van de positieve. Daarom wil ik positieve woorden vanaf nu koesteren en cultiveren, want ik word de woorden die ik gebruik. Misschien moeten we daarom in een soort van music for life van de taal of tournée minérale van het woord, onze vocabulaire ook onderwerpen aan een jaarlijks opruimbeurt om ons zo iets meer te verbinden tot beschaafd schrijven en spreken zonder al die overdreven nutteloze bijklanken die irriteren. Zal ik dan naiëf het voorbeeld geven door het hier eens op een andere manier of met andere woorden te zeggen, misschien word ik dan ooit wie ik denk die ik echt ben… een welbespraakte Adonis.