Rosse centen

kendrick-outline-gaussian-blur-humble-kendrick-lamar-composition-screenshot2metropolis-movie-copy

Ik wind me wel eens op over mijn saaie alledaagsheid. Over de traagheid der dingen ook wel of over mijn verwaande zelfingenomenheid.  Bijvoorbeeld op vrijdagavond aan de kassa van de Colruyt.

Een hele volledige week hebben zij tijd om hun incontinentie-inleggers te kopen. Waarom moet dat zo hoognodig tijdens het winkelspitsuur? Op vrijdagavond nota bene tijdens het enige uitgelezen winkelmoment van de werkende mens? Ik ben trouwens zeker dat in hun “spinneke op de cour” nog 2 pakken pamperbroekjes liggen die de thuisverzorging wekelijks voor hen beiden voorziet. Een kleine conservendoos erwten en wortelen hebben ze ook in hun, voor de rest haast lege winkelkar liggen.  En 100 gram voorverpakt gerookt vlees.  Want dat is goed voor de cholesterol. Alsof dat er nog iets toe doet op die leeftijd.

Gelukkig speelt mijn sluimerend geweten op en berispt me tijdig mijn verwaande onverdraagzaamheid. 2 paar grijze rimpels trekken samen tot een ontwapenende glimlach wanneer ik zeg: “steek maar voor hoor. Jullie hebben bijna niets.”  Ik beklaag mijn keuze maar verdring mijn zenuwachtige ongedurigheid wanneer het verrimpelde besje met haar bijeen gespaarde rosse centen de 8 euro 59 cent probeert te betalen maar de tel kwijt raakt. “Neen madam, die kortingsbon geldt enkel maar bij een volledige verpakking erwten en wortelen”.  Aan de kassa naast mij, is de jonge moeder die met een overvolle kar aanschoof aan de langere wachtrij al aan het betalen.

Met het donsdeken tussen mijn benen draai ik me paar uur later nukkig om omdat mijn plan om snel uit mijn werkmansbroek te schieten plots botst op onvoorziene vermoeidheid.  Wellicht ook op mijn naargeestige weerspannigheid.

Draaien en keren doe ik nog zeker een uur lang.  Net zolang tot die mug haar aanvalsplannen opbergt omdat ik me uiteindelijk toch heb ingewreven met die citronellastick. Een keuze die ik zo lang uitstelde omdat ik onverhoeds nog hoopte enige progressie te kunnen maken met mijn eerste offensief. Deet en citronella zijn dan compleet uit den boze omdat die zeker andere noodzakelijk lichaamsgeuren en liefdessmaken verstoren en onderdrukken.

Uiteindelijk val ik toch in slaap. Een veel te lichte alerte slaap die waakt over de kop opstekende lust en drift. Je weet per slot van rekening maar nooit.

Ik droom van Copernicus en Ptolemaeus.  Ze lopen in mijn verzonnen nachtverhaal te bekvechten over of dan wel de zon of de aarde zich in het centrum van het heelal bevindt.  Over de éénparige cirkelbewegingen raken ze het nog net eens, echter niet over waar rond de hemellichamen en de sterren draaien. De aarde?  Of de zon?

Over één ding zijn ze het wel eens. Ik ben het niet. Het draait niet allemaal rond mij. “Jij leeft misschien wel een dégoutant luxeleven maar je bent niet centrum van het heelal of van de wereld”: berispen ze beiden me mijn verwaandheid. Net op dezelfde manier zoals ook mijn geweten dat deed een paar uur eerder aan de kassa van de Colruyt.