Categorie: Gepeins & Getob

Dag nacht…

IMG_1587

Soms raak ik zo verstrikt in mijn getob en betrap ik me er op dat ik tijdens mijn avondlijke mijmeringen wegzak in scenario’s waarin ik ongewild en ongevraagd een hoofdrol krijg toebedeeld.
Hoe harder ik dan tracht het rustig te krijgen des te sneller springen de prikkels en impulsen binnen.
Oncontroleerbare gedachten bouwen scenario’s op die nooit plaatsvinden maar die op dat moment in alle hevigheid ontsporen en me voor enge, onoplosbare raadsels en dilemma’s plaatsen.
Op zulke momenten is er niemand die heviger verlangt naar een kabbelende beek en wat groen mos op een natte leisteen.

Maar, Ik draai en keer. Ik zucht en blaas en tracht de rust te zoeken maar vind slechts onrealistische drukte in een oncontroleerbare maalstroom van gedachten en ideeën. Nacht na nacht krijg ik de hoofdrol toebedeeld en word ik ongewild gebombardeerd tot bedenker en uitvoerder van oplossingen van de chaos rondom mij.
Fait-divers uitvergroten tot eerste wereldproblemen is een natuurlijke gave die, mocht dit een Olympische dicipline zijn, deze me zou verheven tot Usain Bolts grootste uitdager.
Overdag ben ik kalm en rustig en relativeer de relativiteitstheorie tot er enkel nog letters en cijfers resten. Dan slaag ik er in de zaken rustig en van een afstand te bekijken alsof ik ze aan mij voorbij zou kunnen laten gaan. In dezelfde film figureer op de achtergrond, neem ik afstand en minimaliseer mijn rol en verantwoordelijkheid. Analyseren laat ik aan anderen over, zoek geen schuldigen en probeer (ver)oordelen aan anderen te laten.
Overdag ben ik zo … s’ nachts ben ik de andere zoals tegenpolen die elkaar nergens lijken te vinden, zo ontegensprekelijk gedoemd om met elkaar in conflict te blijven gaan.
Het is niet anders… het ene moment van het ene te veel en op het andere van het andere te weinig en omgekeerd…
Maar misschien is het wel goed zoals het is en hoef ik me geen zorgen te maken als de ene of de andere de bovenhand neemt. Misschien ben ik op de een of andere manier wel het tegengewicht van mezelf? Misschien ben ik onbewust in balans en juist geijkt in een apart metriek stelsel?
Alleszins, ik ga er nu mijn hoofd niet over breken. Daarvoor dient de nacht. Op de een of andere manier leidt die me wel naar het juiste scenario en misschien vind ik nu wel de juiste invalshoek. In het andere geval hoef ik me er morgen geen zorgen over te maken want morgen is het gewoon weer dag.

De vleeskuip

Van nature ben ik bedachtzaam op mensen. Soms zelfs een beetje wantrouwig argwanend. Zeker bij nieuwe eerste contacten.

Zoals op recepties bijvoorbeeld dan rekruteer en jureer ik zorgvuldig en precies.

Wie wel?  Wie zeker niet?

Niet geheel op het gemak kijk ik eerst voorzichtig behoedzaam de kat uit de boom en maak ik in een oogwenk uit in welke kuip het vlees behoort. Iedereen past in één van mijn 2 kuipen. De goede vleeskuip en de slechte. Over het nut van een twijfelkuip blijf ik vooralsnog onbeslist.

Één voor een passeert iedereen zonder uitzondering, spitsroede lopend, mijn ingebeelde jury. Eerst betasten mijn denkbeeldige voelsprieten snel van op veilige afstand elk detail en doen een eerste schifting. Dan besnuffel en betast ik.  Onvoelbaar en ga onvermoed verder met de in mijn ogen noodzakelijke vleeskeuring.

Onverbiddelijk mogen de luidruchtige “ik-weet-wel-waarover-ik-spreek-mensen” samen met de “ik-weet-niet-maar-ik-heb-precies-zoiets-van-mensen” elkaar gezelschap houden in de juiste kuip. De kans uitgesloten dat ze daar dezelfde avond nog uitraken.

De “ik-weet-wel-wel-waarover-ik-spreek-mensen” zijn absoluut niet mijn favoriet gezelschap. Ze praten en ratelen oppervlakkig zonder luisteren. Tonen ogenschijnlijk interesse maar zijn zelf te vaak aan ’t woord om die interesse geloofwaardig te maken. Ze willen de hoofdrol maar vallen snel van het podium. In te veel woorden zeggen ze niets. Maar zeker en vooral nooit datgene wat ze beter menen te weten omdat ze weten dat ze het eigenlijk niet weten en er daarom niet echt over spreken.

Dan heb je de “ik-doe-alles-met-een -verborgen-persoonlijke-agenda-mensen” . Je weet wel dat soort mensen. Ze praten subtiel en ogenschijnlijk geïnteresseerd. Maar heimelijk zien ze er netjes op toe dat zij zelf eerst het best bediend worden. Vlug in de eerste kuip ermee.

De “ik-heb-precies-zoiets-van-iets-of-iemand-mensen” vallen even gedecideerd ook uit mijn boot. Ik vertrouw ze niet. Mocht ik iets van iets of iemand hebben en dat was onrechtmatig verkregen dan zou ik het plichtbewust onmiddellijk terug geven. Anders zou ik het houden want dan was het eerlijk gekregen. Te mijden gezelschap. Volgens mijn wellicht te oppervlakkig oordeel althans.

Neen, als ik mag kiezen geef mij dan maar al de anderen.  En de recht-voor-raap-klinkt-het-niet-dan-botst-het-maar-mensen” natuurlijk. Die mogen allemaal, stuk voor stuk met het voordeel van de twijfel in de andere kuip.

Althans tot de eerste, “geloof me maar ik weet wel waarover ik spreek” hen in de andere kuip doet belanden.

Databases, lingerie en misverstanden…

“Hoe was het vandaag?”

Ze had de vraag waarschijnlijk wel gehoord maar ze keek pas van haar laptop op toen ze doorhad dat hij haar zwijgend stond aan te kijken.

WT_laptop-werken-vrouw-850x567

“Druk-druk he, zoals altijd he. De opmaak van die database-omgeving liep lastiger dan verwacht. Ik ben daar nog niet onmiddellijk mee klaar. De opbouw en de logica is net doorgestuurd naar India. Ik denk dat ze daar pas morgenvroeg plaatselijke tijd zullen kunnen aan beginnen. Op zich niet zo erg. Dat geeft me even voldoende tijd om op ’t gemak mijn mailbox op te kuisen….”Ze tokkelde naarstig verder op het klavier van haar schoottaiwanees en vroeg achteloos: “Jij vindt dat toch niet erg he?” Zonder verder de indruk te geven een antwoord te verwachten.

Aan slapen werd pas gedacht nadat ze van beeldscherm had gewisseld en  zich de volgende 8 uur niet meer hoefde te bekommeren over databases, code, conference-calls of andere it-mambojambo.

Carrie Bradshaw en Mr. Big hadden eerst nog een vol uur haar scherpste aandacht. Ze miste geen detail en ze kon zich volledig overleveren aan de hapklare sex-and-the-city-scenario’s die hoofdzakelijk bij vrouwen tot de verbeelding kunnen spreken.

Nu ze 15 jaar samenleefden hielpen de getemperde vrouwendialogen die vanuit de huiskamer weerklonken meestal wel om de slaap te vatten. Alleen nu niet. Nu bleef hij woelen en draaien. Hij had toch gevraagd hoe het was geweest? Hij had toch oprechte interesse getoond in het verloop van haar dag? Maar op de een of andere manier reageerde ze niet zoals ze dat vroeger deed of zoals hij verwachtte dat ze dat had moeten doen. Had hij haar dan een kus moeten geven? Haar schouders masseren en haar een glas wijn inschenken? Of misschien had hij recht over haar moeten gaan zitten om haar Taiwanees het zwijgen op te leggen.

Dromerig, verder onrustig woelend hield hij koppig vast aan het idee dat een relatie niet zo maar voort mag kabbelen. Hij geloofde echt dat praten altijd helpt ook wanneer het praten over niets meer gaat. Kussen moet je ook blijven doen. Zelfs wanneer het even duurt alvorens die tong tussen je lippen je iets doet. Hij wist dat er vroeger nooit iemand was geweest die hem zo goed kon kussen als zij. Zij alleen kon hem naar adem doen happen en hem duizelig maken geen besef meer van tijd en ruimte.

“Slaap je al?” Fluisterde ze zachtjes toe ze de slaapkamer binnensloop? “ik moet je iets zeggen”…

Op slag was hij klaarwakker en begon te onrustig te ademen. Hij had dat soort vragen ooit nog gekregen. Hij kende die. Die moeilijke discussies hadden zich vroeger ook al voor gedaan. In andere relaties. Die pijnlijke woorden waren toen ook gevallen. Woordenwisselingen waarop hij zich net zo voelde zoals nu en waarop hij zich toe ook afvroeg hoe het zover gekomen was en waar hij zelf gebleven was, verzeild in een chaotisch leven dat hij niet wilde.

“Ik denk dat ik morgen thuis blijf”: fluisterde ze zo verleidelijk mogelijk Daarstraks heb ik nieuwe lingerie gekocht en die wil ik jou morgen allemaal laten zien .. in klaarlichte dag!” en ze gaf hem een kus die hem naar adem deed happen en hem duizelig maakte. Geen besef meer van tijd en ruimte.

“Het spijt me van die Indiërs van daarstraks…dat kon echt even niet wachten dat moest nog af” probeerde ze er nog tussen te krijgen maar die kus had veel te veel in gang gezet om het nu verder nog over pietluttigheden te hebben….