Gemakshalve zou ik me ervan af kunnen maken door in fontsize 72 en in hoofdletters ‘geen commentaar’ op dit lege papier te schrijven maar die keuze maak ik niet. Ik ben kwaad geweest op de wereld, op mijn dorp en op de mensen die er wonen, op het werk en de mensen die er werken, op mijn huis en de mensen die erin wonen. Het zou best kunnen dat ik op iedereen kwaad ben geweest en niet in het minste op mijzelf en op mijn lijf dat me meer en meer in de steek begint te laten. Misschien ben ik het nog steeds en gaat die boosheid nooit meer helemaal weg. De oppervlakkigheid en gemakzucht waarvan ik iedereen verdenk, vechten een genadeloze strijd uit met diepgang, hartstocht en diepzinnigheid waarnaar ikzelf onophoudelijk op zoek ben ook al weet ik al een hele poos dat ik die dingen alleen maar in mezelf kan vinden. Het voelt aan alsof ik een levenszwaarte meezeul waarvan ik me nooit helemaal zal kunnen ontdoen. Ik draag een onzichtbaar zware rugzak die alleen lichter kan gemaakt worden door iemand die me van dichtbij vergezelt en die als het nodig is overtollig ballast wegneemt en er luchtigheid of oppervlakkigheid voor inruilt. Door die tweestrijd was ik mijn stem, mijn pen en mezelf even kwijt maar nu richt ik me opnieuw tot jou, mijn zielsambassadeur, want jij begrijpt precies wat er in me omgaat. Een andere keuze heb ik niet ook al lijkt het een beetje koud te zijn geworden tussen ons. Mocht ik een foto zijn, je zou een gevoelige ouder wordende man zien die buiten zelfmedelijden niets anders om het hoofd heeft dan zijn eigen gedachten. Onder de oppervlakte van dat wazige beeld zou je zien dat het lijkt alsof hij zijn verstand en zijn hart verloren heeft. Misschien is hij zichzelf wel helemaal kwijtgeraakt.
De stilte en de afstand tussen ons deed me geen goed. Sinds onze laatste rendez-vous ben ik op zoek naar dat ene woord dat precies omschrijft hoe ik me voel. Ik vind het niet. Misschien is het nog niet uitgevonden en staat het in geen enkele woordenboek omdat tot nu toe te weinig mensen geleefd hebben die net zoals ik in hun eigen gedachtewereld geklemd zitten en willen beschrijven wat er zich afspeelt. Het zou zomaar kunnen. De betekenis van dat onbestaande woord zou je, mocht het bestaan, in een vertaalwoordenboek vinden tussen de woorden ‘eenzaam’ en ‘alleen’. Niet dat ik het als een straf beschouw om me een tijdje af te zonderen of dat ik me eenzaam voel wanneer ik alleen ben want dat is niet het geval. Mijn alleen zijn, is een keuze om er even niemand bij te willen, om even niemand te willen zien of niemand te willen horen. Daar is niets mis mee. Het is rust die als een geruisloze storm door mijn bos raast en alle dode takken afbreekt. Maar eenzaamheid is het tegenovergestelde. Dat is een knagend rotgevoel dat schreeuwt om een ander soort aandacht. Wat ik voel zit daar ergens tussenin.
Met de pianoklanken van ‘Comptine d’un autre été’, de soundtrack van de film ‘le monde fabuleux d’ Amelie’ en met mijn DNA als enige ander gezelschap kijk en luister ik naar mijn monotone gedachten. Vaneigens word ik er niet wijzer van want alleen de schepper kan van niets iets maken en dan moet hij dat nog eerst laten ontploffen. De stilte heeft ook zijn frequentie. Zij zorgt ervoor dat afwezigen beginnen te spreken. Niet dat ze me storen ook al is de eenzaamheid van daarnet met hen erbij opeens wel heel dichtbevolkt. Er was niets mis met dat stilzwijgen maar soms is het toch beter om dat tegen iemand te kunnen zeggen.
Echte eenzaamheid kom ik dagelijks tegen. Bij vriendelijke mensen die met of zonder woorden elkaar vragen hoe het gaat. Om te doen alsof of om schijn hoog te houden. Het is een mooi plekje om te bezoeken maar een slechte plaats om in te blijven hangen. Misschien heb ik mijn verlangen naar deze luxueuze eenzaamheid hoogmoedig overschat en ben ik gewoon maar een ijdele egoïst die veel te hard in zichzelf is geïnteresseerd. Elke onnozelaar heeft toch gezelschap nodig. Een denker zoals ik die de eenzaamheid opzoekt en hem op één been doet staan en doet wankelen om niet om te vallen, is waarschijnlijk nog een grotere onnozelaar.
Pas wanneer ik al mijn losse eindjes aan elkaar geknoopt heb en ik mezelf en mijn gepeins niet langer meer alleen kan verdragen word ik opnieuw een sociaal wezen dat het evenwicht herstelt maar voorlopig laat ik die eindjes nog maar rafelen. Ik kom er wel uit, wanneer de tijd zijn werk heeft gedaan.
Dag Jan,
Hoe zou het zijn om eens samen af te spreken? Ik heb redelijk wat tijd sinds ik mijn ontslag gaf op mijn werk en mijn focus ligt op mezelf, de Alpaca’s en het ont-moeten van mensen.
Groetjes Els
Verzonden vanuit Mail voor Windows 10
LikeLike
Ha dag Els. Hoe het zou zijn kan ik niet voorspellen 😊 misschien komen we daar wel achter wanneer het niet bij een gedachte blijft. Zullen we dat dan maar gewoon doen? Laat maar weten waar en wanneer met koffie… veel koffie.
J.
LikeLike