Terminus

De allerlaatste plaats waar ik zelf wilde aanspoelen was bij AA. Aanvankelijk zag ik Anonieme Alcoholisten dan ook als een terminus waarin al het bezinksel van de maatschappij verenigd was.  In mijn ogen was AA een eindpunt waar het leven gestopt was en waar in een groezelig zaaltje, wekelijks gefrustreerde kettingrokers verzamelden om elkaar rond druppende koffiethermossen te beklagen en waar de leden met zielige heimwee smachtten naar de goede oude tijd toen ze nog èchte dingen mochten drinken. Het feit dat ikzelf de ene peuk met de andere aanstak en sloten koffie uitbaggerde, ontsnapte helemaal aan mijn aandacht omdat ik mezelf zoveel hipper en beter waande dan hen. Op een laatdunkende wijze en door een bril van misprijzen taxeerde ik het tafelgarnituur als zwakkeling of als radeloze mensen die zich elke week opnieuw in een rokerige, deprimerende kamer opsloten omdat ze de saaiheid of de moeilijkheid van het leven niet langer konden verdragen en zich daarom tot elkaar hadden gewend en tot de God van de tafel. Hoe pathetisch!

Na mijn eerste kennismaking stond ik dan ook sceptisch en verdroeg ik de vergaderingen waartoe ik met tegenzin en weerstand was aangetrokken misschien nog wel als een hulpmiddel voor mensen met een echt verslavingsprobleem, (zij dus) maar toch niet voor deftige mensen (ik dus) die gewoon een beetje te graag pintjes dronk, en wijntjes, en aperitiefjes misschien ook.

Toen ik echter klaar zicht kreeg op mijn eigen destructieve relatie met alcohol en langzaam inzag dat ik zelf al jarenlang, zonder enig resultaat, traag legale euthanasie aan het plegen was, raakte ik van mijn misprijzen verlost. De mensen die ik eerst zowat haatte, maar waar ik zeker op neerkeek, bleken de eerste zielen te zijn waarmee ik sinds jaren een echt gesprek kon voeren, tenzij je het toog-gelal om vier uur ’s ochtends met een stel collega-alco-hoofden ook als een gesprek wil beschouwen. Ongeacht, leeftijd, geslacht, diploma, job of sociale achtergrond toonden de lotgenoten problemen me waarmee ik zelf kampte maar die ik nog nooit bij mezelf ontdekt had. Ze toonden me de spiegel en deelden oplossingen. Ze zeiden me dat herstel vandaag begint en dat het enige wat ik daarvoor moest doen was, het eerste glas te laten staan. Ze gaven toe waarom ze dronken en waarom ze het bleven doen, telkens opnieuw en zelfs op momenten dat ze wanhopig wilden stoppen. Ze spraken over hun manier van denken, over hun emoties en hoe ze zich voelden als grootste rotzooi van het universum, hoe ze nooit aan zichzelf dachten en ze iedereen de schuld gaven van al hun problemen. Ik absorbeerde hun verhalen, inzichten en oplossingen op dezelfde manier zoals mijn lever het al die jaren had gedaan met alcohol.

Opeens zat ik in groepstherapie en deelde er het beste en het slechtste van mijzelf en voelde me week na week lichter worden. Ik zat goed in mijn vel en voelde me beter dan dat ik me in al die decennia ervoor gevoeld had. Het komt me helder voor de geest dat ik op vrijdag op dezelfde manier begon uit te kijken naar dinsdagavond zoals ik vroeger uitkeek naar het weekend. Ik snakte naar de wijze en logische verklaringen die mijn kromme gedachten ordenden en mijn demonen deed vervagen. De vergaderingen waren leuker en zinvoller dan de vroegere tooggesprekken waarvan ik dacht nooit zonder te kunnen. Op dinsdagavond kwam ik tot rust. Die twee uren zorgden ervoor dat ik de overige honderdzesenzestig uren van die week kon volmaken. Ik was er op mijn gemak en voelde me nergens beter begrepen dan daar. Gedurende de vergaderingen bleef ik deelgenoot van onthullende getuigenissen, over hoe wrok, jaloezie en zelfbeklag hetzelfde effect op de ziel heeft als vergif drinken.

Langzaamaan begon mijn leven een andere wending aan te nemen en de AA die ik zo verafschuwde werd deel van mijn wekelijks dieet. Het werd een energiebron die noodzakelijk is om te blijven leven. Met voortschrijdend inzicht begon ik in te zien dat ik intrinsiek was voorbestemd om het AA-programma leuk te vinden want ik ben al mijn hele leven een pleaser geweest. Ik heb het al mijn hele leven leuk gevonden om met mensen te spreken. Maar ik kwam erachter dat ik mijn gedachten en emoties nog beter kon verwerken door ze op te schrijven. Als ik kan achterhalen hoe ik me voel, wat me bezighoudt en dit kan delen met iemand waarmee ik me kan identificeren gaat mijn hemel helemaal open. Als ik kan schrijven over inzicht of over vriendschap die voortkomt door me te omringen met zielsverwanten met een gemeenschappelijk doel valt al het overtollig ballast uit mijn denkbeeldige luchtballon waarop ik nu al bijna negen jaar rondzweef.

Mocht AA werken zoals routeplanners of zoals wiskunde en fysica was ik hopeloos gekloot geweest want zo gezegde rationele oplossingen hebben nooit een millimeter bijgedragen aan mijn herstel. Wanneer iemand me vroeger zei hoe ik het moest doen deed ik net het tegenovergestelde. Toch had ik nu ook een paar regels nodig al waren ze een pak eenvoudiger dan integralen en vergelijkingen die ik in mijn humaniora moest blokken om een jaar verder te mogen. Het enige wat ik moest doen was geloven, ik moest geloven. Geloven! Niet in God of in Jezus van ’t kruis maar ik moest geloven en hoopvol worden dat ik de kracht in mezelf kon ontdekken om mijn leven anders te organiseren. Zonder spiritueel of religieus te worden moest ik geloven dat ik, net als al de andere die het gelukt was om gelukkig nuchter te worden, ook kon stoppen met drinken. Hoe meer ik kon leunen op mezelf, vooruitgang maakte en stilaan hoop kreeg dat het me ging lukken, hoe meer ik tot besef kwam dat alcohol gans mijn leven had geregeerd. Ik kwam tot de bevinding dat ik minder en minder interesse kreeg om te drinken. Jarenlang had ik geprobeerd om te stoppen en te minderen. Ik had op de brug gestaan met donkere gedachten. Ik ben ooit weken gestopt maar het was me nooit gelukt om de fles af te zweren. Mocht nuchterheid gaan over sterk zijn en wilskracht tonen, was ik ook gekloot geweest want ik ben van nature een lamzak. Ik kan niet uitleggen of begrijpen wat er is gebeurd maar dankzij AA ben ik nu bijna negen jaar nuchter en heb ik geen bewijs meer nodig dat AA voor mij werkt.

Dit is geen wetenschappelijke studie. Dit is geen axioma en geen bewijs. Wat ik wel zeker weet is dat AA, werkt en levens redt en zelf ben ik daar het mooiste bewijs van. Ik wil geen zielen winnen voor AA en heb geen enkele bedoeling om mensen aan te zetten tot het afzweren van hun vertrouwde glas wijn of glas whisky.

Maar omdat AA mensen uitnodigt om op een andere manier naar het leven te kijken begrijp ik heel goed dat zij die het AA-programma ooit probeerden en niet lukten, AA op dezelfde manier haten of wantrouwen zoals ik dat deed aan het begin van mijn herstel. Maar wat ik niet begrijp is dat mensen zonder enige eerste hand ervaring schimpen en neerkijken omdat het henzelf aan moed ontbreekt of te laf zijn om de controverse van het leven, van zichzelf of van de maatschappij onder ogen te zien.

Mezelf elke dag opnieuw mogen ontdekken… dat is veel om dankbaar voor te zijn!

Een gedachte over “Terminus

  1. Die laatste zin is een ferme, en wat vooraf ging was dat ook. Maar schimpen en neerkijken is doorgaans al een bewijs van gebrek aan kennis (en kunde).

    Like

Reacties zijn gesloten.