Lichaamsopeningen in de cloud.

 

Terwijl polen smelten, bossen verschrompelen en lucht met de dag smeriger wordt, zitten supergeeks zich geilend op The Internet of Things, intellectueel te masturberen op nieuwe apps en toepassingen. In de cloud rukken ze zich wild af op nieuwe nutteloze gimmicks waarop niemand zit te wachten. Ze bedenken en ontwikkelen onzichtbare digitale enkelbanden die onze privacy te grabbel gooien voor moderne legale maffiosi die er misbruik van maken. Terwijl wetgevers en psychologen digitale detox prediken of wetten proberen te bedenken om ons van een beetje privacy en life-balans te verzekeren, freewheelen zij zich suf over virtuele, intelligente digitale systemen die automatisch communiceren met nog intelligentere digitale netwerken zodat wij dom achterblijven. De bewegingsvrijheid beperkt tot het pad dat vooraf voor ons digitaal werd uitgestippeld. Veel mensen wandelen mee. Zoals varkens naar de voerbak van waaruit ze vetgemest worden. Ze denken er niet over na en schoffelen zich gulzig vol met voorgekauwde pulp.

Verstand en intelligentie. Ik ben er te matig mee bedeeld. De slechtste van de klas werd wel eens gezegd. Het zal wel. Maar de bollebozen van de klas van toen denken er niets van. Ze lachen me opnieuw uit. Nu als doem denkende filosoof die zich terug trekt in zijn persoonlijke grot van Altamira. Voor hen ben ik een fossiel die de moderne wereld niet kan bevatten. Volgens hen begrijp ik de snelle nieuwe wereld niet waar het privéleven zich afspeelt op het internet die veilig bewaard wordt in de cloud.

In mijn toekomstige horrorwereld zullen vroegere onschuldig en onschadelijk ogende apparaten zoals tandenborstels, tv’s, thermostaten, koelkasten, matrassen, vibrators, diepvriezers, wc-papier houders etc. die overal in ons huis aanwezig zijn, ons beloeren en bespioneren. Ze zullen er voor zorgen dat onze persoonlijke en intieme gegevens naar de cloud zullen worden getransfereerd naar het internet van de dingen.

Als ik dan in de wereld van morgen een koortsthermometer onder mijn oksel steek of hem rectaal inbreng bij mijn 3 maand oude jammerende baby. Of wanneer ik mijn tanden een wittere tint geef met mijn elektronische tandenborstel, zal ik via usb-poorten van mijn lichaamsopeningen informatie doorgeven naar mijn veilige cloud. Zodat wanneer ik me aanmeld bij mijn volgende internetsessie het winkelmandje automatisch gevuld wordt met glutenvrije koekjes en zeep voor de intieme hygiëne. Mijn tandarts zal me automatisch whatsappen en me laten weten dat ik bij mijn volgende virtuele controle volle pot zal moeten betalen. Omdat ik het afgelopen jaar gemiddeld genomen mijn tanden maar 2 keer gepoetst heb in plaats van 3 keer zoals mijn tandverzekeringspolis het me het had voorgeschreven.

Gelukkig ben ik maar een cynische doemdenker en heb ik geen rectale koortsthermometer. Ik lach met mezelf en sla een bladzijde om van een boekje dat vanmorgen in de brievenbus viel en ik lees de kop van het eerste artikel. There is no bigger high than discovery… Het zal wel.